Hof van Beroep Antwerpen, 14 november 2022

14 november 2022
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing
Gerechtelijk arrondissement: Antwerpen
Rechtsmacht: Hof van Beroep

De rechtbank van eerste aanleg in Antwerpen veroordeelde op 7 januari 2021 de vzw Moeders voor Moeders voor directe discriminatie op grond van geloof. Het hof van beroep in Antwerpen hervormt dit vonnis en oordeelt dat de Antidiscriminatiewet en het Gelijkekansendecreet niet van toepassing zijn.

Datum: 14 november 2022

Instantie: hof van beroep Antwerpen

Criterium: geloof of levensbeschouwing

Actiedomein: goederen en diensten

De feiten   

De vzw Moeders voor Moeders vraagt aan hulpbehoevende moeders die een islamitisch hoofddoek dragen, om het hoofddoek af te zetten alvorens ze toegang krijgen tot de gemeenschappelijke ruimtes en de daar aangeboden diensten. Ook aan begeleiders van de hulpbehoevende moeders en vrijwilligers die een islamitisch hoofddoek dragen vraagt de vzw Moeders voor Moeders om het hoofddoek af te zetten in de gemeenschappelijke ruimtes. De rechtbank van eerste aanleg in Antwerpen oordeelde op 7 januari 2021 dat dit een directe discriminatie inhield op grond van geloof en beval de onmiddellijke staking van deze discriminerende praktijk.

De vzw Moeders voor Moeders tekende hoger beroep aan tegen deze uitspraak. De vzw stelde onder meer dat de Antidiscriminatiewet en het Gelijkekansendecreet niet van toepassing zouden zijn.

Juridische kwalificatie   

Tot het toepassingsgebied van de Antidiscriminatiewet en het Gelijkekansendecreet behoren onder meer:

  • De toegang tot en de deelname aan, alsook elke andere uitoefening van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor het publiek (art. 5, § 1, 8° Antidiscriminatiewet).
  • De toegang tot en de deelname aan een economische, sociale, culturele of politieke activiteit die buiten de privésfeer wordt gehouden (art. 20, 1e lid, 8° Gelijkekansendecreet).

Beslissing  

Het hof van beroep oordeelt dat de sociale activiteiten van de vzw Moeders voor Moeders niet toegankelijk zijn voor het publiek en niet buiten de privésfeer worden gehouden in de zin van de Antidiscriminatiewet en het Gelijkekansendecreet. De hulpverlening van de vzw Moeders voor Moeders in haar lokalen was beperkt tot een beperkte, specifieke groep, namelijk hulpbehoevende moeders die naar de vzw werden doorverwezen door specifieke instellingen (politie, OCMW, Kind en Gezin …) en die na een toelatingsgesprek bij de vzw werden ingeschreven voor hulpverlening. Het gebouw van de vzw Moeders voor Moeders was ook niet vrij toegankelijk.

De sociale activiteiten van de vzw Moeders voor Moeders vallen volgens het hof van beroep niet onder het toepassingsgebied van de Antidiscriminatiewet en het Gelijkekansendecreet. Unia was bijgevolg niet bevoegd om in rechte op te treden.

De vzw Moeders voor Moeders had ook een schadevergoeding gevraagd van Unia wegens onzorgvuldig optreden en procesrechtsmisbruik. Die eis wordt evenwel afgewezen door het hof van beroep

Unia was betrokken partij.

Afgekort: Antwerpen, 14-11-2022