Europese ambtenaar slachtoffer van Jodenhaat: dader veroordeeld

8 oktober 2018
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Racisme

De strafrechtbank uit Brussel volgt Unia en een Europees ambtenaar en vond dat de antisemitische haatpraat en de slagen en verwondingen verzwarende omstandigheden waren. De feiten werden omschreven als ‘ernstig en ontoelaatbaar’. Els Keytsman, directeur van Unia, maakt zich zorgen over de verbale agressie en bedreigingen tegenover de joodse gemeenschap in België.

De feiten dateren van juli 2015. Vanop een terras in de Europese wijk voelt een vrouw die werkt voor de Europese Unie zich aangesproken door een collega-ambtenaar die een bordje draagt met daarop Mussolini. De man begint te schelden en vindt het spijtig ‘dat Hitler zijn werk niet afmaakte’.    

De vrouw in kwestie herinnert hem eraan dat Hitler en Mussolini twee dictators en criminelen waren. Op dat moment blaft hij haar uit met antisemitische praat en slaat hij de vrouw in het gezicht. Minstens één getuige ziet het gebeuren. 

Nadat het slachtoffer Unia contacteert, beslissen we om ons burgerlijke partij te stellen in deze zaak.

In september oordeelt ook de correctionele rechtbank dat er sprake was van opzettelijk aanzetten tot haat, geweld en discriminatie en dat er daadwerkelijk haat en vijandigheid was tegenover joodse mensen. De man krijgt van de rechter een opschorting, op voorwaarde dat hij zich laat begeleiden voor zijn alcoholgebruik. Bovendien moet hij een cursus volgen rond antidiscriminatie en gelijke kansen. De man moet ook een schadevergoeding van € 500 betalen aan het slachtoffer.   

Voor Unia een niet te negeren signaal. ‘De rechter sprak van ernstige en ontoelaatbare feiten, temeer omdat de dader een Europese ambtenaar was die het toonbeeld zou moeten zijn van respect voor diversiteit en voor de wet.’

Hoewel Unia weinig dossiers opent over discriminatie van joodse mensen op de arbeidsmarkt of op de huizenmarkt, maakt Keytsman zich zorgen over de antisemitische verbale agressie en bedreigingen. ‘Bovendien zien we antisemitisme in alle lagen van de samenleving. Daarom moeten dialoog en bruggen tussen verschillende groepen worden aangemoedigd.’     

Keytsman onderstreept ten slotte dat antisemitisme en negationisme zich vooral online verspreiden via websites, blogs, mails of discussiefora, en bovenal via sociale media. ‘ Online Jodenhaat zien we openlijk, vol met stereotypes en denigrerende uitlatingen. Of surfers worden gevraagd om een kijkje te nemen op sites vol met negationistische praat.’