Waarom het belangrijk is dat gelijkheidsorganen naar de rechtbank kunnen stappen

1 maart 2022
Actiedomein: Alle domeinen
Discriminatiegrond: Alle gronden

De Vlaamse regering kiest voor een gelijkheidsorgaan met geschillenkamer die niet-bindende oordelen zal vellen als basis voor het nieuwe Vlaamse Mensenrechteninstituut (VMRI). Ze haalt daarvoor de inspiratie bij de werking van het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens. Daarbij vergeet ze echter de juridische bijstand aan melders die naar de Geschillenkamer of eventueel later de rechtbank willen stappen. Dat betekent een achteruitgang van de bescherming die vandaag bestaat in België en die ook in Nederland gegarandeerd wordt door de gemeentelijke antidiscriminatiebureaus. 

Unia: mogelijkheid tot juridische actie als stok achter de deur 

Unia kan zelf naar de rechtbank stappen en slachtoffers van discriminatie rechterlijke bijstand bieden wanneer ze naar de rechtbank stappen.  

In sommige gevallen onderneemt Unia meteen juridische stappen omdat de feiten bijzonder ernstig zijn, bijvoorbeeld bij haatmisdrijven en haatspraak. De rechter kan bij een veroordeling van die feiten eventueel ook een alternatieve straf uitspreken. 

In alle andere gevallen probeert Unia altijd om eerst alle partijen te horen om vast te stellen of er discriminatie is. Vervolgens proberen we om tot een ‘onderhandelde oplossing’ te komen. Bij de onderhandeling heeft Unia een specifieke doelstelling: de discriminatie doen erkennen en laten ophouden, een schadevergoeding bekomen voor het slachtoffer wanneer de antidiscriminatiewetgeving die voorziet voor die situatie, en toekomstige discriminatie vermijden via structurele maatregelen. Unia zorgt er zo voor dat de antidiscriminatiewetgeving in een concrete situatie wordt gerespecteerd. 

Als het niet lukt om de discriminatie door onderhandeling te laten ophouden, dan kan er alsnog naar de rechter worden gestapt – en dat is een belangrijke stok achter de deur. Alle partijen weten dat vanaf het begin van het onderhandelingsproces. Unia merkt dat dit ervoor zorgt dat alle partijen serieus meewerken in de onderhandeling.  

Als de onderhandeling slaagt, dan vermijden we een rechtelijke procedure en dit zonder verlies of verzwakking van de rechten van het slachtoffer. Het bestaan van de mogelijkheid om naar de rechter te stappen, draagt ertoe bij dat alle partijen serieus meewerken in de onderhandeling. Zo onderhandelen we sterke oplossingen die vastgelegd worden in concrete afspraken.  

Onderhandelde oplossingen wérken om discriminatie snel en efficiënt aan te pakken 

Unia en het College voor de Rechten van de Mens hebben allebei de missie om discriminatie te bestrijden, al zijn hun mandaten niet dezelfde. De vergelijking van cijfergegevens tussen de twee organisaties moeten we dan ook met de grootste voorzichtigheid benaderen. Toch tonen de cijfers aan hoe doeltreffend de methode van Unia is om discriminatiesituaties op te lossen

In 2020 bereikte Unia over heel België (11,56 miljoen inwoners) 287 onderhandelde oplossingen. In die situaties werd de discriminatie van de slachtoffers dus concreet gestopt zonder dat er naar de rechter moest worden gestapt. Bovendien gaven we in 180 gevallen een uitgebreid advies waarmee de melder verder aan de slag kon.  

In 2020 sprak het College voor de Rechten van de Mens in Nederland (17,44 miljoen inwoners) 124 oordelen uit. In 50 van die oordelen werd discriminatie vastgesteld door het College. 22 verzoeken tot een oordeel werden ’ingetrokken na schikking’ (bij intrekking komt het College dus niet tot de uitspraak van een oordeel).  

Stelt het College in een oordeel discriminatie vast? Dan wordt er aan de partijen gevraagd om maatregelen te nemen om die discriminatie structureel aan te pakken en/of de slachtoffers te vergoeden. Het jaarverslag 2020 vermeldt dat bij 78% van die oordelen daadwerkelijk zo’n maatregelen werden getroffen (zie p. 19 en 23), dus bij 39 van de 50 oordelen waar discriminatie werd vastgesteld.  

Uit de cijfergegevens hierboven kunnen we afleiden dat Unia in 2020 in België rechtstreeks heeft bijgedragen tot het oplossen van 287 discriminatiegevallen), en het College in Nederland tot 61 gevallen (39 + 22).  

Zowel in België als in Nederland is deze dienstverlening gratis. En in zowel de Belgische als Nederlandse cijfers gaat het niet om gerechtelijke beslissingen. 

Juridische bijstand in Nederland 

In Nederland zijn er naast het College voor de Rechten van de Mens ook andere instanties die de burger bijstaan in geval van discriminatie, zoals de ‘gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen' (kortweg: antidiscriminatiebureau). In de beschrijving van de werkwijze van het antidiscriminatiebureau leest men dat dit bureau in feite een deel van de opdrachten opneemt waarvoor Unia vandaag in België zorgt: op lokaal niveau meldingen ontvangen, contact opnemen met de andere partij, de melder kosteloos begeleiden bij bemiddeling door het antidiscriminatiebureau, alsook bij het opstarten van een procedure bij het College voor de Rechten van de Mens of bij het indienen van een aangifte bij de politie (de aangifte bij de politie kan dan uiteraard leiden tot een rechtsprocedure.)  

Een melder krijgt in Nederland dus bijstand van een antidiscriminatievoorziening tot in de Geschillenkamer of rechtbank, wat wellicht de reden is waarom de niet-bindende oordelen van het College voor de Rechten van de Mens zo vaak worden gevolgd. Er kan immers nog een gerechtelijke procedure volgen (wat ook vaak gebeurt).  

Voor meldingen over het internet bestaat er in Nederland bovendien nog het ‘Meldpunt internet Discriminatie (MiND)’. 

De ‘niet bindende oordelen’ van de ‘geschillenkamer’ van het op te richten VMRI tonen weliswaar gelijkenissen met de ‘oordelen’ van het Nederlandse College. Maar het voorontwerp van decreet voorziet geen juridische bijstand aan slachtoffers van discriminatie die naar de rechtbank of de geschillenkamer willen stappen, en ook geen lokale werking, bijstand en begeleiding dicht bij de burger. Dat wordt vandaag wel gerealiseerd door de gemeentelijke antidiscriminatiebureaus in Nederland en Unia in België.