Onderzoek neemt selectiviteit bij politieoptreden onder de loep

2 juli 2020
Actiedomein: Politie en justitie
Discriminatiegrond: Racisme

Managementkeuzes van een politiezone hebben, al dan niet gewild, een positieve of negatieve invloed op de relaties tussen politie en bevolking. Bijvoorbeeld wanneer de identiteit van sommige bevolkingsgroepen wordt gecontroleerd. Dit blijkt uit een actieonderzoek dat tussen 2017 en 2019 werd uitgevoerd bij de politiezone Brussel Noord. Het onderzoek gebeurde door het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) en werd gefinancierd door Unia. De onderzoeksresultaten worden op donderdag 2 juli 2020 officieel voorgesteld.

Het onderzoek analyseert hoe er dagelijks wordt geselecteerd en wat de praktijken zijn van de agenten die patrouilleren. De selectiviteit kan een probleem zijn. Ze kan het resultaat zijn van vragen van burgers, van keuzes rond de werkorganisatie of van de agent op het terrein zelf. Hoe dan ook valt deze selectiviteit samen met de (negatieve) beeldvorming over bepaalde bevolkingsgroepen. Ze kan een negatieve impact hebben op de relatie tussen politie en bevolking.

Nabijheidspolitie

Op basis van terreinwaarnemingen en vergaderingen met de patrouillerende agenten kon de onderzoekster van het NICC zich een beeld vormen van de politie-interventies in het algemeen. Ze focuste op het mechanisme dat er speelt tussen het bellen van het nummer 101 en de interventie van de politie op het terrein. Soms zijn er aan dat mechanisme problematische kanten.

Het onderzoek schetst niet alleen individuele gedragingen die kwalijk en sanctioneerbaar kunnen zijn. Ook bepaalde beleidskeuzes spelen een aanzienlijke rol in de praktijken van de agenten, zelfs als het niet de bedoeling is om bepaalde bevolkingsgroepen te viseren. Sommige factoren hebben een directe invloed op het dagelijkse werk zoals bijvoorbeeld de manier van werken wanneer burgers klacht indienen. Soms is de werkdruk voor de agenten zeer groot en moeten ze van de ene naar de andere interventie hollen, en daar wringt toch wel het schoentje.

De leiding van de zone Brussel Noord toonde zich bereid om actie te ondernemen. Ze sprak met het NICC af om tijd vrij te maken voor de politieagenten opdat die zouden kunnen reflecteren over hun interventies. De ‘intervisievergaderingen’ stelden de onderzoekster in staat om haar analyse uit te diepen. Ze gaven de agenten de kans om hun werkwijze op het terrein te verbeteren en procedurele rechtvaardigheid na te streven.  

De principes van deze intervisies zijn informatie uitwisselen, uitleggen, een band met de bevolking creëren en minstens het gevoel geven dat de procedures eerlijk en rechtvaardig zijn, ongeacht het profiel van de burger. Intern werd er nagedacht over de plaats die interventies innemen in de organisatie van de politie. Als politieagent moet je goed kunnen communiceren en terreinkennis in de vingers hebben; zulke vaardigheden moeten genoeg worden gewaardeerd in de organisatie.

Het gaat ook om het soort politie dat de hiërarchie nastreeft. De zone Brussel Noord (Schaarbeek, Evere en Sint-Joost-ten-Noode) heeft gekozen voor de ‘community policing’-aanpak. Daarmee willen ze een politie die sterk inzet op dienstverlening voor de bewoners, die dichtbij de burgers staat en deze uitleg geeft indien nodig, en  die agenten ook de mogelijkheid biedt om intern te reflecteren over hun manier van werken.  

Divers personeelsbestand

Deze politiezone wil ook een divers personeelsbestand dat aansluit bij de multiculturele bevolking in de zone. Ze is open naar de buitenwereld en tracht politie-interventies zo goed mogelijk te laten verlopen om de integriteit bij de politie te versterken. De zone heeft de ambitie om haar werking dag na dag te verbeteren, wat mee aan de basis lag van het NICC-onderzoek. Het onderzoek werd van meet af aan gesteund door de betrokken burgemeesters.

Bij de politiezone Brussel-Noord is gekozen voor een aanpak van ‘community policing’. We praten dan over een politie die sterk dienstverleningsgericht is, die het contact met de burgers opzoekt, die ruimte maakt om te praten met burgers, die uitlegt waarom ze bepaalde dingen doet en waarbij agenten ook de ruimte krijgen om collectief na te denken over hun werk in de praktijk. De zone Brussel-Noord wil graag een zo divers mogelijk personeel: het personeelsbestand moet zoveel mogelijk de multiculturele samenstelling van de bevolking in de zone weerspiegelen. De politie doet moeite om de deuren op te zetten en de integriteit te versterken.

De wil om degelijk politiewerk te verrichten en na te denken over een verbetering van de dienstverlening leidde tot de medewerking aan het actieonderzoek.

Voor de politiezone Brussel-Noord is het onderzoek van groot belang om verder na te denken over en te werken aan de bedrijfscultuur die er al is. Dit sluit aan bij een reeks acties en projecten die gericht zijn op een mentaliteitsverandering en een evolutie van de cultuur bij de politie. Het gaat niet om een ‘gadget’ voor de zone. Het onderzoek en de bevindingen eruit resulteerden al in andere projecten in de zone. Zo wordt er bijvoorbeeld specifiek nagedacht over de interventies van de patrouilleteams en de waardering van dat werk. De mensen op het terrein helpen mee om bepaalde punten beter te definiëren.

De politiezone wijst erop dat de onderzoekster van het NICC in alle onafhankelijkheid kon werken. Voor de zone is dit onderzoek maar een eerste stap. Het is nu zaak om de conclusies in de praktijk toe te passen.

Betere relatie bevolking en politie

Unia steunde dit onderzoek graag om de relatie tussen politie en bevolking te verbeteren door de werking rond politie-interventies door te lichten. Unia heeft een aantal aanbevelingen voor de politiezone:

  • Kies voor een politie die aansluiting zoekt bij de bevolking en niet tegen de bevolking is gericht. Als je dat doet, moet je ook een divers personeelsbestand opbouwen  en professionele vaardigheden versterken bij de agenten, op basis van de terreinervaring.  
  • Het vertrouwen in de politie zal groeien als er transparantie is over wat de politie doet.  
  • De politiewet zou moeten worden aangepast zodat burgers bij controles het recht hebben om te vragen waarom ze worden gecontroleerd.
  • Burgers moeten ook rekenschap kunnen vragen aan de politie. Als agenten in de fout gaan, moeten ze worden bestraft, net zoals je agenten moet beschermen wanneer ze zelf het slachtoffer zijn van misbruiken.

Met dit onderzoek werd duidelijk dat politiewerk een complexe materie is. Er moet met heel wat elementen rekening gehouden worden.  

In het rapport staan tot slot ook tastbare pistes voor leidinggevenden bij de politie die de werking van hun zone en de bedrijfscultuur willen verbeteren. Alle inspanningen in deze zin kunnen het vertrouwen tussen de politie en de bevolking vergroten.