Unia pleit voor superdiverse folklore

23 oktober 2019
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Racisme

Unia pleit ervoor om folkloristische evenementen en immaterieel erfgoed zoals carnaval een inclusievere uitstraling te geven. De lokale organisatoren en partners kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Dat is één van de aanbevelingen die Unia doet in een rapport gemaakt na het debat over de antisemitische praalwagen uit Aalst.

Het nieuwe rapport wordt naar onder meer UNESCO gestuurd. Het bevat een juridische analyse en de ontstaansgeschiedenis van carnaval. ‘Maar dit rapport is meer dan een juridische analyse. We willen namelijk niet voorbijgaan aan een bredere discussie: hoe kunnen we oude volksgebruiken doen passen in onze hedendaagse superdiverse samenleving? Als dat lukt, krijgen we volksfeesten waar iedereen telt,’ zegt Unia-directeur Els Keytsman. 

Praten is een begin  

In die lijn stelt Unia dat dialoog en bewustwording voorop moeten staan. ‘Wat voor de een kwetsend is, blijkt voor de ander folklore. Oog voor elkaars gevoeligheden kan je niet afdwingen met een wet. Alleen door met elkaar te spreken, kunnen we rekening houden met de gevoelens van anderen en door hun ogen leren kijken.’

Daarom organiseerde Unia gesprekken tussen het Forum van de Joodse Organisaties en een groep Aalsterse carnavalisten. ‘Onbedoeld deed hun praalwagen – met antisemitische stereotypen - denken aan nazipropaganda. We begrijpen dat die associatie veel mensen choqueerde. We kwamen dan ook van een zeer gepolariseerd conflict. We stellen vast dat beide partijen elkaars standpunt en context nu kennen. Praten met elkaar garandeert niet dat er nooit meer stereotypes zullen opduiken, maar het is wel een begin.’

‘Voor carnavalisten betekent vrijheid van expressie met alles en iedereen de draak steken. Omgekeerd houdt die vrijheid ook in dat het debat daardoor soms oplaait en je dus met kritiek moet kunnen omgaan.’

Tegelijk is Unia bezorgd om de toon van de reacties in de carnavalskwestie. ‘Zelfs onbedoelde karikaturen die hard aankwamen, mogen niet leiden tot dreigementen. De hevige reacties die de carnavalsgroep over zich heen kreeg uit de hele wereld tekenden hen enorm,’ weet Keytsman. 

Ook scholen en het verenigingsleven hebben een rol bij het inclusiever maken van stoeten of volksfeesten. ‘Zij kunnen werken rond stereotiepe ideeën en hoe die leiden tot vooroordelen, die op hun beurt dan weer discriminatie in de hand kunnen werken.’  Lokale overheden kunnen de organisaties achter volksfeesten via campagnes aansporen om rekening te houden met ieders context. 

Veranderende tijdsgeest 

Door sociale media bereiken beelden van stoeten en feesten het grote publiek en worden ze zo vergroot en soms uit de context getrokken. Daarnaast werden tradities vroeger niet in vraag gesteld, die vragen horen er nu wél bij, stelt Unia vast.  ‘Dat is op zich een goede zaak. Folkloristische evenementen kunnen evolueren door veranderende opinies en nieuwe inzichten. Zo kunnen ze een feest worden van iedereen,‘ aldus Keytsman.  

Bij Unia klopten er overigens ook verontwaardigde melders aan over andere carnavalisten van Aalst of andere folkloristische optochten zoals die van Lessines of Ath. ‘Maar net zoals in Aalst bleef ook daar alles binnen de lijnen van de wet.’  

Wat zegt de wet? 

Het rapport van Unia kadert ook de juridische context. ‘We toetsten de meldingen aan de relevante wetgeving. Volgens ons is er – zeker binnen de zeer specifieke context van carnaval – niet bewust aangezet tot haat, discriminatie of geweld tegenover joden. Ook werden er niet opzettelijk racistische denkbeelden verspreid en is er van moedwillig individueel beledigen geen sprake. Daarnaast is het duidelijk dat de carnavalisten de Negationismewet niet hebben overtreden. De praalwagen refereerde niet naar het nazisme of de holocaust,’ luidt de juridische conclusie van het rapport.