De bescherming van de mensenrechten in de Raad van Europa

De Raad van Europa brengt 47 landen samen. Deze intergouvernementele organisatie ijvert voor de bescherming van de mensenrechten en een sterkere democratie.

1. Het respect voor de mensenrechten in de lidstaten

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens legt de grondrechten en de fundamentele vrijheden vast die de lidstaten iedereen moeten garanderen in al hun acties en beslissingen.  

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens garandeert dat de lidstaten de rechten die vastliggen in het Verdrag respecteren.

De procedure voor het indienen van een verzoekschrift bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens verloopt in drie stappen:

  1. Het verzoekschrift: elke persoon die meent dat een lidstaat zijn of haar rechten die beschermd zijn door het Verdrag geschonden heeft, kan een verzoekschrift indienen bij Europees Hof voor de Rechten van de Mens (door de band met de hulp van een advocaat).
  2. De ontvankelijkheid: alleen verzoekschriften die aan bepaalde voorwaarden voldoen (bijvoorbeeld bepaalde termijnen respecteren of eerst geprobeerd hebben gelijk te halen voor nationale rechtbanken) worden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in aanmerking genomen. In 2018 werd 93% van de verzoekschriften niet ontvankelijk verklaard.
  3. Het arrest: als het verzoekschrift ontvankelijk is, onderzoekt het Hof de zaak en geeft zijn beslissing; dit heet een ‘arrest’. In dit arrest zegt het Hof of het vindt dat het grondrecht niet gerespecteerd werd en licht het zijn argumentatie toe.
  4. De uitvoering: de Raad van Ministers legt de modaliteiten vast voor de uitvoering van het arrest van het Hof. De lidstaten zijn namelijk verplicht om beslissingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te respecteren.

2. De economische en sociale rechten gewaarborgd door het Europees Sociaal Handvest

Het (herziene) Europees Sociaal Handvest is een verdrag van de Raad van Europa dat bepaalde economische en sociale rechten garandeert (met betrekking tot werk, huisvesting, gezondheid, sociale bescherming, enz.).

Het Europees Comité voor Sociale Rechten is een orgaan dat bestaat uit 15 onafhankelijke experten die nagaan of de lidstaten het Europees Sociaal Handvest respecteren.

De lidstaten dienen op gezette tijden een nationaal (of statelijk) rapport in over de uitvoering van het Europees Sociaal Handvest. Het Europees Comité voor Sociale Rechten gaat na of de situaties die erin aan bod komen in overeenstemming zijn met het Handvest. Lees hier het 17de statelijk rapport van België.

De sociale partners en bepaalde non-gouvernementele organisaties kunnen bezwaarschriften indienen bij het Europees Comité voor Sociale Rechten wanneer een lidstaat het Handvest niet respecteert (deze procedure geldt niet voor individuele gevallen).

In juni 2023 stelde Unia samen met het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM), het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) en de Délégué général des droits de l'enfant een parallel rapport. Dit rapport biedt een antwoord op het statelijk rapport van België van 2022 en focust op de opvolging van de veroordelingen van België door het Europees Comité voor Sociale Rechten in het kader van de klachtenprocedure. Het parallel rapport geeft met name een stand van zaken met betrekking tot de eerbiediging van de fundamentele rechten van reizigers, van mensen met een ernstige handicap die in instellingen wonen en van studenten met een verstandelijke handicap in de Franse Gemeenschap.

3. De Commissaris voor de Rechten van de Mens: sensibilisatie en preventie

De Commissaris voor de Rechten van de Mens wordt verkozen voor een mandaat van 6 jaar door het Parlement van de Raad van Europa. Hij is onafhankelijk en heeft als taak de lidstaten de mensenrechten te doen respecteren en over de mensenrechten te sensibiliseren. Hij kan terreinbezoeken afleggen, rapporten en algemene of thematische aanbevelingen opstellen.

4. De verschillende gespecialiseerde comités

Binnen de Raad van Europa zijn er gespecialiseerde comités over specifieke thema’s.

  • CPT: het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing.
  • ECRI: de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie. Organisatie belast met de opvolging van de strijd tegen racisme, discriminatie, xenofobie, antisemitisme en onverdraagzaamheid in Europa. ECRI doet een monitoring per land, staat in contact met de civiele samenleving en met de nationale mensenrechteninstituten.
  • Comité van Lanzarote: het Comité van de Partijen in het Verdrag voor de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik.
  • GREVIO: Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.
  • GRETA: Groep van deskundigen inzake de bestrijding van mensenhandel.