Een man is strafrechtelijk veroordeeld wegens slagen en verwondingen, toegebracht vanuit homohaat. Hij krijgt 8 maanden cel en een boete van 800 euro. De man wordt ook veroordeeld tot de betaling van een morele schadevergoeding aan het slachtoffer en aan Unia.

Medewerkers uit de horeca hebben verschillende keren homoseksuele mannen lastig gevallen en geslagen. De verklaringen van de slachtoffers en getuigen, alsook de medische attesten van de slachtoffers wijzen allemaal in dezelfde richting.

Het gaat om onmenselijke en vernederende behandeling, alsook slagen en verwondingen ten aanzien van een 15-jarige homoseksuele jongen in een familiale context. Nadat hij zijn homoseksualiteit aan zijn familie bekend maakte werd hij door zijn broer geslagen en door zijn ouders belaagd. Deze hadden namelijk gedreigd hem terug naar Turkije te sturen om hem te ‘verzorgen’.

Een man laat vrienden buiten. Aan het frituur rechtover denkt een dronken persoon dat hij wordt uitgelachen. Eerst formuleert hij beledigingen die verwijzen naar de seksuele geaardheid van het slachtoffer en vervolgens stapt hij iedereen voorbij om het slachtoffer toe te takelen.

Tijdens een uitgaansavond bevindt een homoseksuele man zich in het gezelschap van drie andere personen. Omdat de sfeer grimmiger wordt, vraagt hij om de auto te kunnen verlaten. Wanneer hij zijn jas wil nemen, wordt dit verhinderd en krijgt hij rake klappen.

De feiten speelden zich af in 2016 bij de politie in de Antwerpse zone City. De agenten beroofden hun slachtoffers van geld en andere bezittingen, mishandelden hen fysiek en psychisch en vernederden hen. 'Verdachten' werden stelselmatig meegenomen naar een afgelegen plek nabij het Antwerpse Lobroekdok. Eén van de slachtoffers was zelfs bang dat de agenten hem in het water zouden smijten. Een ander slachtoffer werd wel drie keer uitgescholden en vernederd door de agenten. Volgens een advocaat van de slachtoffers wilden de agenten al te graag hun macht manifesteren. En het openbaar ministerie constateerde een ‘verregaande normvervaging’ bij de beklaagden.  

De feiten spelen zich af binnen een gevangenis waarbij het slachtoffer slagen krijgt van medegevangenen die hem de toegang tot de wandelplaats ontzeggen met homofobe uitspraken. Twee gedetineerden worden in eerste aanleg veroordeeld met verzwarende omstandigheden, de derde niet. Het is deze beklaagde die in beroep gaat.

Een werknemer, een landschapsarchitect, was aangeworven door een belangrijk bedrijf dat zich richt op tuin- en straataanleg. Vrij snel zegt hij aangesproken te worden door de HR dienst die hem verwijt dat hij zijn homoseksualiteit niet gemeld had. Hij is slachtoffer van belaging vanwege de werkgever en wordt twee maanden later ontslaan.

Een administratieve politiebediende heeft slechte ervaringen tijdens zijn 10 maanden durende werktijd (vervangingscontract). Hij meent het slachtoffer te zijn van belaging en na de voorgeschreven interne procedure gevolgd te hebben wordt hij ontslagen. Hij vindt dit een discriminatoir ontslag.

Een homoseksueel koppel wordt mishandeld door bepaalde mensen uit hun buurt, die daarbij homofobe uitlatingen niet schuwden.