Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, 11 oktober 2021

11 oktober 2021
Actiedomein: Media/internet
Discriminatiegrond: Racisme
Gerechtelijk arrondissement: Antwerpen

Tussen maart 2019 en januari 2020 publiceerde een vrouw die bekend was bij het OCAD (Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse) herhaaldelijk haatdragende memes op het internet.

Datum: 11 oktober 2021

Instantie: Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Criterium: racisme

De feiten  

Tussen maart 2019 en januari 2020 publiceerde een vrouw uit het extreemrechtse milieu, die bekend was bij het OCAD, herhaaldelijk haatdragende memes en video’s op verschillende sociale mediaplatformen. Een meme is een bewerkte afbeelding of video met een onderschrift in hoofdletters die op sociale media wordt gebruikt voor (veeleer) humoristische doeleinden. Meestal is het komisch of ironisch bedoeld, vaak ook impliciet. Helaas misbruiken sommige extremistische groeperingen memes voor propagandadoeleinden, waarbij racisme bijvoorbeeld wordt gebagatelliseerd.

De beklaagde deelde onder andere een video van de bloedige aanslag op de moskee van Christchurch in Nieuw-Zeeland; een video van gekleurde mensen die door een jeep worden aangereden, waarbij zij ‘bulderlachende’-emoticons plaatste; een meme met “Ook ik steun de warmste week” bij de afbeelding van een brandende moskee; memes van een lachende Adolf Hitler met het bijschrift "Look at Europe now. Miss me yet?" en een video van Hitlers’ toespraken waarin hij oproept om tegen de Joden te strijden. Haar internetprofielen toonden ook verschillende neonazi-symbolen.

Unia stelde zich in deze zaak burgerlijke partij. 

Juridische kwalificatie  

Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor de volgende tenlasteleggingen:  

  • Aanzetten tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of leden ervan (art. 20, 4° van de Antiracismewet).   
  • Goedkeuren van de genocide gepleegd tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime (art. 1 van de Negationismewet).

Beslissing 

De rechtbank kwam tot de conclusie dat de berichten van beklaagde onmiskenbaar aanzetten tot haat jegens vreemdelingen, hetgeen ook bleek uit de reacties op deze berichten. De rechtbank was er ook van overtuigd dat de beklaagde impliciet aangaf de Holocaust goed te keuren. Het argument dat de berichten slechts satire waren, werd niet gevolgd.

Gezien de ernst van de feiten en gelet op de maatschappelijk impact werd de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met uitstel voor een termijn van drie jaar, en een geldboete van 320 euro. Op de vraag van Unia om, bij wijze van herstel, de beklaagde te veroordelen tot de verwijdering van de berichten werd niet ingegaan door de rechtbank.

Er werd hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis en het dossier zal dus een vervolg krijgen voor het hof van beroep te Antwerpen.

Aandachtspunten  

  • Dit strafdossier was het eindresultaat van zeer nauwkeurig, doorgedreven en goed gedocumenteerd onderzoek van de politiediensten. 
  • Het is de eerste keer in België is dat een beklaagde veroordeeld wordt voor het posten van haatzaaiende memes. Het gebruik van dergelijke memes is populair binnen het extreemrechtse milieu en vormt een integraal onderdeel van hun communicatiestrategie.
  • Ten slotte is het opvallend dat ook in België de video van de aanslag in het Nieuw-Zeelandse Christchurch werd gedeeld. Deze video werd via de sociale media verspreid en kreeg zo een internationaal bereik.

Afgekort: Rb.eerste aanleg Antwerpen,  11-10-2021