Raad van State, 6 maart 2024

6 maart 2024
Discriminatiegrond: Handicap
Rechtsmacht: Raad van State

De Raad van State schorst de beslissing van een gemeente om een man ambtshalve te schrappen uit het bevolkingsregister. De man verbleef in een mobiele woning en had een referentieadres in de gemeente.

Feiten

Een man met een handicap verblijft in een mobiele woning. Hij is ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Heusden-Zolder op een referentieadres.

De gemeente had (anonieme) meldingen ontvangen waarin stond dat de man over een vaste verblijfplaats zou beschikken in een vakantiepark in de gemeente Zonhoven. De gemeente Heusden-Zolder besliste vervolgens om de man ambtshalve te schrappen uit het bevolkingsregister en zijn elektronische identiteitskaart in te trekken. De man kon volgens de gemeente Heusden-Zolder niet voldoende aantonen dat hij meer dan zes maanden per jaar rondtrok op het Belgisch grondgebied.

Deze beslissing had heel wat nadelige gevolgen voor de man: verlies van zijn ziekte-uitkering, niet kunnen uitoefenen van zijn stemrecht, geen mogelijkheid om briefwisseling te ontvangen, geen mogelijkheid om zich aan te melden bij online-overheidsdiensten …

Beslissing  

De Raad van State beval de schorsing van de beslissing van de gemeente Heusden-Zolder bij uiterst dringende noodzakelijkheid.

De gemeente Heusden-Zolder had het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel geschonden. In het administratief dossier was bijvoorbeeld geen enkele bevestiging te vinden van het vermoeden dat de man een vaste verblijfplaats had in de gemeente Zonhoven. Gelet op de nadelige gevolgen voor de man, oordeelde de Raad van State dat de voorwaarde voor een schorsing (namelijk: uiterst dringende noodzakelijkheid) was vervuld.

Eerder had de man een vorige beslissing van de gemeente Heusden-Zolder om hem ambtshalve te schrappen uit het bevolkingsregister aangevochten bij de Raad van State. Maar de Raad van State oordeelde in een arrest van 31 januari 2024 (nr. 258.660) dat er geen uiterst dringende noodzakelijkheid was en wees het verzoek tot schorsing af. De man werd op 14 december 2023 ingelicht van het voornemen om hem te schrappen uit het bevolkingsregister, maar hij had pas op 18 januari 2024 een vordering ingesteld bij de Raad van State.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: RvS., nr. 259.048, 6-3-2024