Raad van State, 7 november 2018
Een politie-inspecteur oefent de functie van hondengeleider uit. Omwille van gezondheidsproblemen mag hij geen nachtdiensten meer doen. Als gevolg daarvan wordt hij overgeplaatst naar de interventiedienst. De Raad van State oordeelt dat er geen sprake is van discriminatie.
Datum: 7 november 2018
Instantie: Raad van State
Criterium: gezondheidstoestand
De feiten
Een politie-inspecteur oefende in de politiezone de functie uit van hondengeleider. Hij had gezondheidsproblemen en mocht het werk hervatten van de arbeidsgeneesheer op voorwaarde dat hij geen nachtdiensten meer moest doen. Dat werd niet toegestaan en de politie-inspecteur werd overgeplaatst naar de interventiedienst. Hij had gevraagd om zijn hond verder te kunnen inzetten bij het uitoefenen van zijn functie bij de interventiedienst, maar ook dat werd niet toegestaan.
De man meende dat er sprake was van discriminatie op grond van handicap. Daarnaast meende hij dat er sprake was van het weigeren van redelijke aanpassingen voor personen met een handicap omdat hij zijn hond niet mocht inzetten bij de interventiedienst. Hij verzocht de Raad van State om de beslissing te schorsen.
Beslissing
De Raad van State ging niet in op het verzoek tot schorsing.
- Handicap?
De Raad van State meende dat er geen sprake was van een handicap. De man was vrijgesteld van nachtdienst omwille van medische redenen, maar voor het overige was hij volledig geschikt om de functie van politie-inspecteur uit te oefenen.
- Directe discriminatie?
Een hondengeleider moet flexibel kunnen worden ingezet. Het is een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste dat een hondengeleider ook ’s nachts kan worden ingezet. Er waren overigens maar twee hondengeleiders in de politiezone.
De beslissing van de korpschef om de man over te plaatsen was volgens de Raad van State niet onredelijk want de man kon niet langer flexibel worden ingezet als hondengeleider.
- Redelijke aanpassingen?
De Raad van State merkte op dat de overplaatsing naar de interventiedienst beschouwd kon worden als een redelijke aanpassing. Het was niet onredelijk dat niet werd ingegaan op het verzoek van de man om zijn hond verder te kunnen inzetten bij het uitoefenen van zijn functie binnen de interventiedienst gelet op de kosten die dat met zich zou meebrengen.
Later diende de politie-inspecteur een beroep tot vernietiging in bij de Raad van State, maar ook dat beroep werd afgewezen.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: RvS., nr. 242.848, 7-11-2018
Downloads
Vergelijkbare rechtspraak Raad van State, 7 november 2018
Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Luik, 10 oktober 2023
Een man werkt als chauffeur en wordt ontslagen na twee jaar en twee maanden afwezigheid ingevolge een arbeidsongeval. Volgens de arbeidsrechtbank is er sprake van indirecte discriminatie op grond van de gezondheidstoestand. De arbeidsrechtbank leidt dit onder meer af uit het feit dat zes dagen na het arbeidsongeval een nieuwe chauffeur werd aangeworven met een contract van onbepaalde duur.
Arbeidshof Brussel (Franstalig), 20 maart 2024
Een vrouw is een tijdje werkonbekwaam na een chirurgische ingreep. Ze heeft een afwezigheidsattest, maar hervat het werk niet na het verstrijken van de einddatum die op het afwezigheidsattest vermeld staat. De werkgever ontslaat haar vervolgens om dringende reden. Het arbeidshof oordeelt dat het ontslag niet discriminatoir is (op basis van de gezondheidstoestand).
Arbeidshof Bergen,15 maart 2024
Een internationale organisatie ontslaat een vrouw na meer dan twee jaar afwezigheid wegens ziekte (volgend op ongepast gedrag van haar hiërarchische verantwoordelijke). Het arbeidshof kent een schadevergoeding tot voor ongewenst seksueel gedrag op het werk, niet respecteren van de welzijnswet, misbruik van het ontslagrecht en discriminatie op basis van de gezondheidstoestand.