Handistreaming in 10 stappen

Hoe pas je handistreaming goed toe op je beleidsinitiatief zodat je aandacht hebt voor het effect op personen met een handicap? We zetten de 10 belangrijkste stappen op een rij.

    1. Vermijd stereotiep denken

    • Niet elke persoon met autisme gedraagt zich zoals Ben X of Rain Man.
    • Niet elke persoon met een mobiliteitsbeperking zit de hele dag thuis.
    • Personen met een handicap kunnen ook werken, kinderen hebben of vrijwilliger zijn.
    • Er zijn ook kinderen met een handicap en ouderen met een handicap.
    • Sommige personen met een handicap verblijven in een instelling en hebben moeilijk toegang tot informatie.

    Neem deze inzichten mee in de uitwerking en communicatie van (beleids)initiatieven of evenementen.

    2. Gebruik (of verzamel) gegevens die inzicht bieden in de situatie van personen met een handicap

    Om een accuraat beeld te hebben van de drempels en problemen waarmee personen met een handicap geconfronteerd worden en om de impact van het beleid te meten, zijn concrete gegevens nodig:

    • Maak gebruik van de online data hub van Unia die databronnen verzamelt voor de verschillende discriminatiecriteria. In het voorjaar van 2024 wordt de zoekfunctie uitgebreid met het criterium handicap.
    • Zorg dat voldoende personen met een handicap worden bevraagd.
    • Schakel de Nationale Hoge Raad van Personen met een Handicap (NHRPH) en de verenigingen van personen met een handicap in om de personen met een handicap zelf te bereiken (zie ook stap 6).
    • Stel vragen over het al dan niet hebben van een handicap, zodat de gegevens toelaten om ongelijkheden en specifieke problemen in kaart te brengen.
    • Denk goed na over welke vragen het meest geschikt zijn om de doelgroep te identificeren en gebruik bij voorkeur bestaande vragen:
      • Vragen naar handicap in het algemeen? De GALI-vraag sluit aan bij de ruime definitie in het VN-Verdrag: “Bent u, vanwege een gezondheidsprobleem, sinds 6 maanden of langer beperkt geweest in activiteiten die mensen gewoonlijk doen? Ja, ernstig beperkt / ja, beperkt maar niet ernstig / neen, niet beperkt”.
      • Vragen naar specifieke beperkingen in het functioneren? Bekijk de vragensets van de Washington Group on Disability Statistics.

    3. Doe een handicheck bij elk (nieuw) beleidsinitiatief

    Met de handicheck ben je zeker dat je project aan de regels of richtlijnen van handistreaming voldoet. Op die manier zijn minder corrigerende maatregelen nodig en worden de rechten en noden van een grote kwetsbare groep onmiddellijk mee in rekening gebracht.

    4. Bekijk de wettelijke context in verband met antidiscriminatie tegenover personen met een handicap

    Het VN-Verdrag benadrukt dat een persoon met een handicap dezelfde rechten heeft als iedereen. Daarnaast zijn er ook antidiscriminatiewetten en -decreten die personen met een handicap beschermen en een verplichting tot redelijke aanpassingen opleggen. Ontdek meer over de wettelijke context.

    5. Zorg voor een aanspreekpunt met kennis over handicap en toegankelijkheid in elke dienst

    Aanspreekpunten met kennis inzake handicap en toegankelijkheid zijn nodig om te waken over de handistreamingacties. Zij kunnen ook de handicheck mee begeleiden. De FOD Sociale Zekerheid werd aangeduid als Belgisch coördinatiemechanisme en federaal contactpunt voor het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van Personen met een Handicap.

    6. Bevraag ervaringsdeskundigen, gebruikersverenigingen en de officiële adviesraad van de overheid

    De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) is de adviesraad van de federale overheid. De Raad beschikt over gedetailleerde en vanuit ervaring opgebouwde kennis.

    Niets belet je om aanvullend een representatieve adviesgroep op te richten en zo het principe van NOOZO (Niets Over Ons Zonder Ons) toe te passen. Wist je trouwens dat je volgens het VN-Verdrag (Artikel 4.3) verplicht bent om personen met een handicap te raadplegen?

    Extra advies over handistreaming nodig? Er zijn heel wat organisaties en bedrijven die je kunnen helpen.

    7. Maak een duidelijk stappenplan met de timing en meetbare acties

    • Maak een overzicht met de (deel)acties, hoe je ze zal meten/beoordelen, en binnen welke termijn je deze acties wil realiseren.
    • Communiceer deze acties naar alle betrokken actoren.
    • Duid binnen die actoren een verantwoordelijke aan.

    8. Streef naar gebruiksvriendelijkheid voor iedereen (Universal Design)

    Dankzij Universal Design of universeel ontwerp wordt de omgeving toegankelijk voor alle personen, zodat elke persoon zijn capaciteiten zo goed als mogelijk kan benutten.

    De universeel-ontwerpgedachte is breed toepasbaar, bijvoorbeeld op:

    • fysieke toegankelijkheid van de omgeving
    • digitale toegankelijkheid
    • werk- of communicatiemateriaal
    • signalisatie
    • organisatie

    9. Communiceer over de uitgevoerde acties

    Pas de volgende 5 tips toe als je communiceert: 

    • Communiceer naar gebruikersorganisaties van en voor personen met een handicap.
    • Communiceer ook in de reguliere communicatiekanalen over de genomen acties.
    • Communiceer inclusief. Tips nodig? Check onze gids en tips voor inclusieve communicatie.
    • Communiceer rechtstreeks naar het doelpubliek en niet naar een eventuele begeleider.
    • Gebruik ook beelden van personen met een handicap in reguliere communicatiekanalen. Zorg voor voldoende diversiteit (verschillende handicaps, ouderen en kinderen, personen met een handicap met een verschillende afkomst, mannen en vrouwen…).

    Twijfel je over de woorden die je wel of niet mag gebruiken? Check dan de Woordenlijst inclusieve communicatie die Unia opstelde.

    10. Evalueer

    Zo pak je je evaluatie het best aan:

    • Evalueer je stappenplan (stap 7) met het interne handistreaming-aanspreekpunt en de eerder bevraagde deskundigen.
    • Evalueer de maatregelen die je binnen jouw dienst neemt ook op niveau van de organisatie.
    • Neem goede ervaringen en praktijken mee naar toekomstige acties en vermijd herhaling van de slechte praktijken. Goede praktijken kunnen bijvoorbeeld gedocumenteerd worden en intern en extern gedeeld worden.