Burgerlijke staat zorgt voor ongelijke behandeling bij het overlevingspensioen (2021)

23 december 2021
Discriminatiegrond: Andere gronden
Bevoegdheidsniveau: Federaal

Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet. De Belgische regelgeving zegt dat men minimum één jaar gehuwd moet zijn om aanspraak te maken op een overlevingspensioen. Deze huwelijksvoorwaarde vormt een onderscheid op grond van burgerlijke staat, een beschermd criterium in de Belgische antidiscriminatiewetgeving. De voorwaarde lijkt ook niet meer overeen te stemmen met de maatschappelijke en juridische realiteit.

Systematisch minder gehuwden, meer samenwonenden

In 2019 werden 44.270 huwelijken voltrokken. Daarnaast werden er 40.801 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd. Uit cijfers blijkt dat het aantal voltrokken huwelijken systematisch daalt en het aantal verklaringen wettelijke samenwoning stelselmatig stijgt.

Daarnaast kent de wetgever steeds meer rechten en plichten toe aan wettelijk samenwonenden. De wetgever erkent expliciet dat wettelijke samenwoning in het kader van erfrecht, socialezekerheidsrecht en op vermogensrechtelijk vlak een alternatief kan bieden voor het huwelijksstatuut. Unia meent dan ook dat de statuten vergelijkbaar zijn in het kader van het overlevingspensioen.

Is de huwelijksvoorwaarde een vorm van discriminatie?

De voorwaarde dat men één jaar gehuwd moet zijn opdat men recht heeft op een overlevingspensioen, lijkt dan ook niet meer te stroken met het non-discriminatiecontentieux. Deze voorwaarde is een direct onderscheid op grond van burgerlijke staat en dus discriminatoir tenzij dit onderscheid gerechtvaardigd wordt door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

  • Is het onderscheid legitiem?

De temporele huwelijksvoorwaarde werd ingevoerd om misbruik van de procedure te vermijden doordat mensen op hun sterfbed nog in het huwelijk treden om zo in aanmerking te komen voor een overlevingspensioen. Het vermijden van misbruik is een legitiem doel. De voorwaarde om één jaar gehuwd te zijn, kan evident toedragen tot het voorkomen van misbruik. Aangezien de statuten vergelijkbaar zijn, lijkt de voorwaarde om één jaar wettelijk samenwonend te zijn evenzeer passend.

  • Is het onderscheid noodzakelijk?

Bij de beoordeling van de noodzakelijkheid wordt onder meer onderzocht of de betrokken doelstelling niet bereikt kan worden met middelen die minder belastend zijn of minder inbreuk plegen op de rechten en vrijheden van anderen. Rekening houdend met de evoluerende samenleving en het gegeven dat ook het statuut van de wettelijke samenleving tot vormgeving van partnerrelaties strekt, lijkt dit onderscheid niet meer houdbaar.

Er dringt zich dan ook een gelijkstelling van het statuut van echtgenoot met het statuut van wettelijk samenwonende op in het kader van het overlevingspensioen samenwoning.

Aanbeveling van Unia

Gelet op de gewijzigde maatschappelijke en juridische realiteit, beveelt Unia de bevoegde minister aan om dit onderscheid op grond van burgerlijke staat weg te werken. Een mogelijke oplossing is de gelijkstelling van het statuut van echtgenoot met het statuut van wettelijk samenwonende in het kader van het overlevingspensioen.

Ben je geïnteresseerd in deze materie? De organisatie Kom op tegen Kanker werkte hier een bredere aanbeveling over uit die je hier kan lezen.