Wat is de zaak Achbita?
Op 14 maart 2017 sprak het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uit over de zaak Achbita. Hieronder vind je de chronologie van deze zaak.
In 2006 begon S. Achbita, een moslima die toen al drie jaar voor de beveiligingsfirma G4S werkte, een hoofddoek te dragen. Volgens de personeelsverantwoordelijke van G4S had de onderneming een ongeschreven neutraliteitsbeleid. De hoofddoek was volgens G4S niet verenigbaar met het uniform dat ze bij de klant als receptioniste moest dragen om werknemers een ‘herkenbare en neutrale uitstraling’ te geven. Een onderhandelingspoging van Unia liep op niets uit, de vrouw werd aan de deur gezet.
Arbeidsrechtbank in Antwerpen
In 2009 stapte Unia in deze zaak naar de arbeidsrechtbank in Antwerpen. Die oordeelde dat er geen sprake was van directe discriminatie op basis van geloof, omdat de wet alleen de innerlijke geloofsovertuiging beschermt en niet de veruiterlijking ervan. Bovendien zou het volgens de rechtbank een legitiem doel zijn voor een bedrijf om neutraliteit uit te stralen tegenover het cliënteel en de andere werknemers.
2015: vraag aan Hof van Justitie van de Europese Unie
Het arbeidshof in Antwerpen bevestigde die uitspraak grotendeels. Op aandringen van Unia vroeg het Hof van Cassatie op 9 maart 2015 aan het Hof van Justitie van de Europese Unie om te verduidelijken of een algemeen verbod op de veruiterlijking van overtuigingen op de werkvloer een directe of een indirecte discriminatie is. Unia stuurde daarop aan omdat het antwoord op die vraag bepaalt welke rechtvaardigingsmogelijkheden de werkgever heeft.
2017: uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie
Op 14 maart 2017 volgde de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Een privébedrijf kan een hoofddoek verbieden voor werknemers die visueel contact hebben met klanten. Als de werkgever beslist dat zijn personeel er neutraal moet uitzien, moet hij dit beleid wel op een coherente en systematische manier doorvoeren, dus niet als antwoord op een specifieke vraag van een klant. Daarnaast moet een werkgever kijken of er minder drastische maatregelen dan een ontslag mogelijk zijn rekening houdend met de beperkingen eigen aan de onderneming en zonder een extra last te moeten dragen.
Lees meer over de uitspraak van het Europese Hof van Justitie.
2020: uitspraak van het arbeidshof van Gent
Op 12 oktober 2020 besloot het arbeidshof van Gent dat er in de zaak Achbita vs. G4S geen sprake was van discriminatie. Volgens het arbeidshof zouden moslima’s die een hoofddoek willen dragen, door een neutraliteitsbeleid niet méér worden benadeeld dan andere werknemers. G4S zou volgens het arbeidshof ook geen alternatieven moeten onderzoeken zoals een overplaatsing naar een functie zonder klantencontact of een neutrale hoofdbedekking.
Zie ook
Vergelijkbare artikels
MIVB veroordeeld wegens discriminatie sollicitante met hoofddoek
Unia is tevreden over de uitspraak van de Brusselse arbeidsrechtbank op 3 mei 2021 in de rechtszaak tegen de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB. Mevrouw T., Unia en de Ligue des droits humains waren naar de rechter getrokken.
Diversiteitsplan Gent: kansen voor een inclusieve stad
De stad Gent presenteerde dinsdag haar nieuw plan voor meer diversiteit en inclusie bij het stadspersoneel. Gent wil dat haar personeelsbestand een betere afspiegeling vormt van de lokale samenleving, en stelt nu een kader voor om dat te realiseren. Unia reageert enthousiast op de voorstellen.
De zaak Achbita: terug naar af?
Het arbeidshof van Gent deed op 12 oktober 2020 een uitspraak in de zaak van Samira Achbita. Die werd 14 jaar geleden ontslagen bij de onderneming G4S omdat ze een hoofddoek wilde dragen in haar job als receptioniste.
OCMW mag niet uitgaan van vooroordelen gebruikers om mensenrechten te beperken
Het OCMW van Ganshoren is veroordeeld omdat het een vrouw met een hoofddoek heeft gediscrimineerd. Volgens de rechter faalde het OCMW in zijn opdracht om personen maatschappelijk te integreren via tewerkstelling en werd de vrouw onrechtstreeks gediscrimineerd op basis van haar geloofsovertuiging.