Welke neutraliteit in overheidsdiensten?

15 december 2023
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing

Op 28 november 2023 oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in een arrest over het dragen van tekenen van godsdienstige overtuigingen in overheidsdiensten. Het Hof legt geen keuze op, maar wijst erop dat werkgevers altijd voor een inclusieve neutraliteit kunnen kiezen. 

Hoofddoek op de werkplek 

De zaak gaat over een vrouw die een hoofddoek wil dragen op haar werkplek. Op dat moment werkte ze al een aantal jaar als juriste bij een gemeente waar ze geen contact had met burgers. Het arbeidsreglement voorzag toen niet in een verbod om op het werk zichtbare tekenen van geloofsovertuigingen te dragen. 

De gemeente nam vervolgens twee verbodsmaatregelen, in afwachting van de wijziging van het arbeidsreglement dat de maand daarop werd goedgekeurd. 

Deze wijziging bekrachtigde een absolute en exclusieve neutraliteit via een totaal verbod om op het werk zichtbare tekenen te dragen waaruit filosofische, ideologische, levensbeschouwelijke of religieuze overtuigingen blijken. 

Discriminerend arbeidsreglement? 

De vrouw besloot om naar de arbeidsrechtbank van Luik te stappen. Die oordeelde dat de individuele beslissingen tegenover de juriste een directe discriminatie waren omdat ze enkel op haar van toepassing waren. 

Voor de wijziging van het arbeidsreglement besliste de rechtbank om verschillende vragen te richten tot: 

  • Grondwettelijk Hof dat in juli 2022 in haar arrest oordeelde niet bevoegd te zijn 
  • Hof van Justitie van de Europese Unie dat dus op 28 november haar arrest uitsprak  

Gebrek aan duidelijkheid 

Helaas constateert Unia dat het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie de zaak niet definitief beslecht. Het Hof is van oordeel dat de overheid zelf beslist over de vorm van neutraliteit (exclusief of inclusief) die zij wil toepassen ten aanzien van haar personeel en dat er geen verplichting bestaat om alle religieuze symbolen te verbieden in naam van de neutraliteit. 

Als zij kiest voor exclusieve neutraliteit, moet deze doelstelling volgens het Hof daadwerkelijk op coherente en stelselmatige wijze worden nagestreefd ten aanzien van alle werknemers en moet het verbod op het dragen van enig zichtbaar teken van overtuiging beperkt blijven tot het strikt noodzakelijke

Politieke en maatschappelijke keuze 

Kiezen voor exclusieve of absolute neutraliteit is een politieke en maatschappelijke keuze, geen juridische.  

De overheid heeft dus een beoordelingsmarge ten aanzien van het concept van neutraliteit dat zij wil bevorderen, afhankelijk van de plaats die zij aan overtuigingen wil geven. 

Een gedifferentieerde aanpak die rekening houdt met de aard van de functies of de context waarin ze worden uitgeoefend, is perfect mogelijk. 

Unia pleit voor een inclusieve diversiteit die de maatschappij weerspiegelt 

Al vele jaren pleiten we voor een inclusief diversiteitsbeleid dat iedereen verwelkomt op de werkplek, ongeacht origine, etnische afstamming, filosofische of religieuze overtuiging. Het overheidspersoneel mag ook de diversiteit in de maatschappij weerspiegelen. Alleen de dienstverlening moet neutraal zijn, en dus niet het uiterlijk van de ambtenaar.  

Unia blijft via haar tools en preventie-activiteiten bedrijven ondersteunen die een inclusief diversiteitsbeleid implementeren, zowel in de privé- als de overheidssector. We brengen ook beleidsaanbevelingen uit.