Parallel rapport voor het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap (2021)
In 2023 zal het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap de Belgische staat opnieuw beoordelen inzake het respecteren van de rechten van personen met een handicap. In dit kader maakt Unia op 3 december 2021, de Internationale dag voor mensen met een handicap, haar tweede parallel rapport over aan het VN-Comité.
Wat houdt de evaluatie van België in?
Door het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap te ratificeren, heeft België zich akkoord verklaard om op regelmatige basis geëvalueerd te worden door het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap. Bij deze evaluatie gaat de VN na of de grondrechten van personen met een handicap in elk van de lidstaten worden gerespecteerd. De tweede evaluatie van België is van start gegaan in 2019: klik hier voor een overzicht van de verschillende etappes van de procedure en verdere toelichtingen.
Voor deze beoordeling moet de betrokken staat ook een rapport indienen bij de VN om toe te lichten wat er al werd gedaan om het respect voor de grondrechten, die door het Comité worden beschermd, te verzekeren. Een onafhankelijk mechanisme (in geval van België is dit Unia) dient ook een parallel rapport in om het verslag van de staat te nuanceren of aan te vullen. Het middenveld kan ook zogenaamde alternatieve rapporten overmaken aan de VN.
Wat houdt het parallel rapport juist in?
In dit rapport vindt u de bevindingen van Unia op de gebieden die onder het VN-Verdrag vallen. Deze vaststellingen zijn toegespitst op belemmeringen voor de inclusie van personen met een handicap, alsook op praktijken, beleidsmaatregelen of wetgeving die hun rechten niet eerbiedigen. Unia doet 81 aanbevelingen gericht op het wegnemen van deze belemmeringen voor inclusie.
Unia stelt in dit verband het volgende vast:
- openbare gebouwen en de publieke ruimte, het openbaar vervoer, alsook de media en het internet, zijn nog steeds onvoldoende toegankelijk;
- in geval van een acute crisis of een ramp (de coronacrisis of de overstromingen in 2021) beschikt België nog niet over een crisisbeheersingsplan dat rekening houdt met mensen met een handicap;
- Vlaanderen trekt onvoldoende middelen uit om tegemoet te komen aan verzoeken voor persoonlijke bijstand (PVF-budget). Brussel en Wallonië hanteren nog steeds een logica van financiering van institutionele woonvormen in plaats van zelfstandig wonen te bevorderen. In het algemeen worden ondersteunende diensten voor inclusie niet voldoende benut en gewaardeerd;
- België heeft twee onderwijssystemen. De financiering van de specifieke behoeften van leerlingen met een handicap gaat grotendeels naar het buitengewoon onderwijs, zodat ouders vaak geen echte vrije keuze hebben voor een aangepast onderwijstraject voor hun kind;
- overheidsfinanciering is nog steeds hoofdzakelijk gericht op werkgelegenheid in maatwerkbedrijven en er worden te weinig middelen uitgetrokken om werkgelegenheid in de gewone sectoren te ondersteunen;
- uitkeringen voor personen met een handicap zijn ontoereikend om boven de armoedegrens te kunnen leven. Deze bestaansmiddelen brengen onder meer de toegang tot justitie, de gezondheidszorg en het culturele leven in het gedrang voor personen met een handicap.
Het rapport toont duidelijk aan hoe de schending van één recht ook leidt tot de schending van de andere grondrechten.
Hoe heeft Unia haar parallel rapport opgesteld?
Het parallelle rapport kwam tot stand op basis van volgende bronnen:
- de meldingen die bij Unia werden ingediend door individuen en verenigingen;
- de resultaten van de monitoringsactiviteiten en aanbevelingen van Unia;
- de deelname van Unia aan diverse werkgroepen, commissies, adviesraden;
- de rapporten van relevante autoriteiten en instanties;
- de rapporten en aanbevelingen van het middenveld;
- de resultaten van de Bevraging van personen met een handicap over de naleving van hun rechten (1.144 personen) die Unia in 2019-2020 gerealiseerd heeft;
- de resultaten van een bijkomende bevraging van personen met een handicap tijdens de coronacrisis in 2020.
In overeenstemming met het onderling afgesloten samenwerkingsakkoord tussen Unia en Myria, het Federaal Migratiecentrum, heeft dit laatste bijgedragen tot de redactie van de hoofdstukken in dit rapport die binnen de expertisedomeinen van Myria liggen.
Vergelijkbare publicaties
Jaarverslag 2020: kwetsbare mensenrechten in crisistijden
Ook in een buitengewoon jaar zette Unia zich in voor mensenrechten en gelijkheid. De coronapandemie werkte als een vergrootglas. Wie zich al in een kwetsbare positie bevond, werd vaak het eerst of het hardst getroffen door Covid-19 of de maatregelen.
Jaarverslag 2017: Stilstand is geen optie
2017 was een rumoerig jaar. De debatten rond de thema’s van Unia waren levendig, maar zorgden ook voor vooruitgang in de strijd tegen discriminatie. Zo werd in Brussel in 2017 een ordonnantie goedgekeurd die praktijktesten tegen arbeidsdiscriminatie toelaat. De federale regering volgde, iets voorzichtiger, begin 2018.
Evaluatie van de Antidiscriminatie- en Antiracismewet (2017 en 2022)
Unia bereidde met betrekking tot de Antidiscriminatie- en Antiracismewet een eigen evaluatieverslag voor. Dat gebeurde op basis van eigen praktijkervaring, gekende nationale rechtspraak en algemene expertise op het gebied van discriminatiebestrijding.
Discriminatie van personen van Afrikaanse origine (2022)

Vandaag staan de ongelijkheid en discriminatie waarmee personen van Afrikaanse origine te maken krijgen, meer dan ooit in het brandpunt. Naar aanleiding van de internationale dag tegen racisme 2022 publiceert Unia een analyse over deze thematiek.