Evaluatie van antidiscriminatiewetten, -decreten en -ordonnanties

16 december 2018
Actiedomein: Alle domeinen
Discriminatiegrond: Alle gronden

Unia vraagt aan de federale regering om de werking van de expertencommissie over de antidiscriminatiewetgeving maximaal te faciliteren en de bevindingen uit het eindrapport te integreren in haar wetgevend- en beleidswerk. Net als de federale wetgeving zijn de antidiscriminatiewetgevingen van gewesten en gemeenschappen na evaluatie ook voor verbetering vatbaar.

Voer de evaluatie van de federale antidiscriminatiewetten uit 

Het eerste evaluatieverslag van de expertencommissie over de antidiscriminatiewetten werd in februari 2017 besproken in de Kamer en enkele beleidsinitiatieven zijn al aangekondigd op basis van dit rapport. 

De antidiscriminatiewetten voorzien dat de expertencommissie bij de opstelling van haar evaluatie eerst Unia en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) raadpleegt. Unia legde haar eigen evaluatie voor, gebaseerd op haar dagelijkse ervaring met die wetgeving. Deze evaluatie bevat 27 verschillende aanbevelingen om de pertinentie en de handhaving van de federale antidiscriminatiewetgeving te verbeteren. Unia werd in februari 2018 eveneens gehoord door een parlementscommissie. 

De expertencommissie werkt nog tot 2021 verder aan haar definitieve rapport. Unia vraagt aan de regering om de werking van deze commissie maximaal te faciliteren en de bevindingen uit het eindrapport te integreren in haar wetgevend- en beleidswerk. Los van dit eindrapport hoeven we echter niet tot 2021 te wachten om de aanbevelingen van de expertencommissie, Unia en het IGVM in de praktijk te brengen.  

Evalueer de wetgeving van gewesten en gemeenschappen 

Net als de federale wetgeving zijn de antidiscriminatiewetgevingen van gewesten en gemeenschappen na evaluatie ook voor verbetering vatbaar. 

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de antidiscriminatiewetgeving verspreid over verschillende ordonnanties die op specifieke gewestelijke bevoegdheden betrekking hebben: werk, gewestelijke overheidsdiensten, plaatselijke overheidsdiensten, goederen en diensten, huisvesting enz. Unia raadt aan om de antidiscriminatiemaatregelen van het gewest in hun totaliteit te evalueren en vervolgens een algemene kaderordonnantie goed te keuren. Die geldt dan voor alle bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en staat garant voor de globale coherentie die nu ontbreekt. 

Ook het Vlaams Gelijkekansendecreet moet onder de loep genomen worden. Daarbij is het van belang om het Vlaams Gelijkekansenbeleid, dat de Open Coördinatie Methode, via het Horizontaal Gelijkekansenbeleidsplan hanteert, te onderzoeken. Die methode geeft de minister van Gelijke Kansen een coördinerende rol in het beleid. In de praktijk legt dit veel administratief werk bij de ambtelijke Commissie Gelijke Kansen en komt de meerwaarde van deze werkwijze – die ligt in een transversale en integrale werking – onvoldoende tot zijn recht. 

Daarnaast is het ook noodzakelijk om te bekijken rond welke criteria het Vlaams decreet werkt. Niet alle criteria uit het decreet zijn in werking gesteld, wat betekent dat rond de raciale criteria niet gewerkt wordt vanuit een gelijke kansen-perspectief. De criteria worden wel in het Integratiebeleid opgenomen, maar het is duidelijk dat dit een andere insteek kent. Bovendien is de coördinatie tussen het Integratie- en het Gelijkekansenbeleidsplan niet evident. Ook het aantal dossiers dat op basis van het decreet voor de rechter komt, verdient in een evaluatie aandacht. 

In het Waals Gewest vraagt Unia de regering om de procedures strikt toe te passen voor de periodieke follow-up en evaluatie, zoals vastgelegd in het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en zijn wijzigingsdecreten. Het Waals Gewest is onlangs met een herziening van dit decreet gestart, onder andere om er een discriminatiecriterium aan toe te voegen: "de gezinssamenstelling". Wanneer een entiteit haar antidiscriminatiewetgeving wijzigt, vraagt Unia om overleg met de andere bevoegdheidsniveaus te organiseren om tegenstrijdigheden te vermijden in de verschillende wetgevingen die in ons land van kracht zijn.  

In 2017 heeft Unia op vraag van de Duitstalige Gemeenschap een aanbeveling geformuleerd over haar decreet van 19 maart 2012 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. Dit advies stipt aandachtspunten bij de decreettekst aan en gaat na of die aan internationale en nationale normen beantwoordt. Unia vraagt de toekomstige regering van de Duitstalige Gemeenschap om zich hierop te baseren om de tekst te verbeteren. 

Hoewel de Franse Gemeenschap plannen heeft om haar antidiscriminatiewetgeving binnenkort te herzien, vraagt Unia om de evaluatiemodaliteiten in acht te nemen die in het decreet zijn vastgelegd. Dat voorziet in de oprichting van een expertencommissie dat om de vijf jaar een verslag aan het parlement voorlegt. 

Unia vraagt de Franse Gemeenschap ook om gevolg te geven aan de vraag van het VN-Comité6 om in de Franse Gemeenschap een Adviesraad voor personen met een handicap op te richten.