Afwijken van fundamentele rechten stemt ongerust
We zijn gehecht aan onze rechten. Als we van die rechten zo vanzelfsprekend kunnen genieten, staat dit los van onze maatschappelijke positie, onze afkomst, ons geslacht. We geloven nogal gauw dat deze onvervreemdbare rechten, de mensenrechten, voor immer en altijd verworven zijn. En als ze per toeval, door een oorlog of een epidemie, worden 'tussen haakjes gezet', gaan we ervan uit dat dit maar even zal zijn, en niet zonder onze duidelijke toestemming.
De coronacrisis die we doormaken toont echter aan dat het lastig balanceren is tussen onze fundamentele rechten en het algemeen belang. Het ene gaat niet zonder het andere. Alleen vallen de fundamentele rechten onder het recht, terwijl het algemeen belang verbonden is met beslissingen die de politiek neemt. Mààr het gaat wel om onze rechten, en om onze belangen.
Voor Unia, in haar rol als nationaal mensenrechteninstituut, zijn er twee belangrijke bekommernissen. Enerzijds de talloze afwijkingen van onze fundamentele rechten die we in de voorbije maanden van halve of hele lockdown hebben gezien. Anderzijds de grote verwarring rond normen die werden oplegd of veranderd op alle mogelijke niveaus.
Artikel 2 van het Europese Mensenrechtenverdrag gaat over het recht op leven. Om zijn burgers te beschermen, heeft België sommige rechten en vrijheden ingeperkt die door dat Mensenrechtenverdrag worden voorzien. Maar volgens artikel 15 van het Verdrag had ons land eigenlijk het Algemeen Secretariaat van de Raad van Europa moeten informeren over deze ingrepen. België besloot dat niet te doen. In plaats daarvan verwees ons land naar het algemene regime van het Verdrag. Volgens dat kader mogen beperkingen alleen worden gemaakt als ze noodzakelijk en proportioneel zijn: ze moeten een bepaald doel verwezenlijken zonder onze fundamentele rechten buitensporig te schenden.
Proportionele maatregelen aub
We zien nu dat een hele provincie in ons land aan een avondklok is onderworpen. Sommige gemeenten verbieden zelfs alle betogingen. Als we die ingrijpende maatregelen bekijken, denken we meteen aan de aanpak van andere landen, die toch meer in proportie is. Oostenrijk bijvoorbeeld vraagt om alleen met mondmasker te betogen, en in Denemarken worden betogers aangemoedigd om zich te laten testen op het coronavirus. Als we denken aan de vrijheid van vereniging en vergadering, is het verontrustend dat er hier algemene betogingsverboden zijn. Zulke algemene verboden vinden wij uit den boze: het is veel beter om geval per geval te beslissen.
Van de personen die beslissingen nemen, verwachten we meer voorzichtigheid wanneer ze maatregelen treffen die onze fundamentele rechten in het gedrang kunnen brengen. Het regent maatregelen op diverse niveaus, dikwijls is er onduidelijkheid over hun toepassingsgebied of over de geldende termijn; dit alles doet de vraag stellen of alle maatregelen wel echt zinvol zijn. Uit alle verwarring ontstaat een soort van 'modelburger', een man of vrouw die het virus kent en weet hoe dit te bestrijden, iemand die zijn buren morrend bekijkt wanneer ze te weinig burgerzin vertonen. Onze modelburger kent de regels en is, zeker op sociale media, weinig vriendelijk voor jongeren die de regels aan hun laars vegen, nonchalante vreemdelingen die hun krappe woning verlaten om een luchtje te happen, personen met een handicap die zich bij hun boodschappen moeten laten begeleiden.
Algemeen belang aanhalen volstaat niet
Ten gronde heeft iedereen of niemand gelijk, zoals ethicus Raf Geenens, politiek filosoof Stefan Rummens en grondwetspecialist Stefan Sottiaux terecht opmerkten in hun opiniebijdrage van 1 augustus 2020 op de website van de VRT. Onze bewindslieden moeten zeer dringend de opborrelende polarisering bedwingen. Het is niet alleen balanceren tussen fundamentele rechten en algemeen belang, ook bepaalde waarden zijn in het geding. Bewindslieden halen vaak het algemeen belang aan om eenheid en solidariteit aan te wakkeren, maar ook natuurlijk om hun beslissingen te legitimeren. Het algemeen belang is echter onvoldoende om alle maatregelen te verantwoorden die onze fundamentele rechten beperken.
Onze Belgische 'architectuur' is lastig, met een stuk centralisering en een stuk delegatie van bevoegdheden. Die architectuur kan echter niet worden ingeroepen om te rechtvaardigen dat we afwijken van onze grondwettelijke beginselen en internationale verplichtingen.
Doordachte en legitieme ingrepen
Als nationaal mensenrechteninstituut vraagt Unia om erover te waken dat inperkingen van onze mensenrechten legitiem en proportioneel zijn, in functie van het doel dat men wil bereiken. Hierbij moeten de fundamentele rechten en onze Grondwet worden nageleefd. Maatregelen moeten worden besproken met het maatschappelijk middenveld. Ze moeten ook helder worden uitgelegd aan de bevolking. Als we het vertrouwen van alle burgers willen behouden, moet erop worden toegezien dat genomen maatregelen correct worden toegepast, zonder willekeur of onrechtvaardigheid.
Het naleven van de fundamentele rechten blijft ons kompas, los van onze maatschappelijke status.
Patrick Charlier, directeur van Unia
Marisa Fella, verantwoordelijke nationaal mensenrechteninstituut bij Unia
Zie ook
- Unia staat klaar voor jou - ook in tijden van corona
- COVID-19: Beschermingsmaatregelen mét respect voor de grondrechten
- Aanbevelingen voor steden en gemeenten tijdens de covidperiode, met focus op personen met een handicap
- Versoepel coronamaatregelen zonder te discrimineren op basis van leeftijd
- Coronacrisis heeft dramatische impact gehad op personen met handicap
- Zorgverleners discrimineren? Dat heeft geen plaats in een inclusieve samenleving
Vergelijkbare artikels
Betere bescherming tegen represailles in antidiscriminatiewetten
Sinds 1 juni 2023 is er een nieuwe wettelijke regeling van kracht om mensen die discriminatie melden, getuigen of bijstand verlenen beter te beschermen tegen eventuele represailles. Volgens Unia is de nieuwe regeling een grote vooruitgang. Ze ligt ook in de lijn van de aanbevelingen van Unia en van onder meer de Commissie voor de evaluatie van de federale antidiscriminatiewetten om het formalisme af te schaffen en een bredere categorie van personen te beschermen.
Nieuwe Vlaamse instelling in de maak: Unia focust op samenwerking
De Vlaamse regering heeft op vrijdag 16 juli 2021 een nota goedgekeurd die de contouren schetst van de regionale mensenrechteninstelling die ze wil oprichten. “Wij nemen akte van deze evolutie in het dossier”, zegt Els Keytsman, directeur van Unia.
Unia neemt het op voor samen-leven, ook in tijden van coronacrisis
De coronacrisis die ons land teistert, heeft het onderlinge wantrouwen bij de burgers aangewakkerd. “Wij constateren dat er een sterke neiging is om schuldigen of zondebokken aan te wijzen”, zegt Els Keytsman, directeur van Unia. “Een trend waar we tegen moeten ingaan. Niemand wordt daar beter van. We kunnen veel beter de talloze vormen van solidariteit ondersteunen die door de pandemie zijn ontstaan. De coronacrisis is zeker nog niet voorbij. We moeten leren leven met dit virus zonder de verbondenheid in onze samenleving kapot te maken.”
Antidiscriminatiewetgeving is hefboom in strijd tegen radicalisering
Predikers en andere propagandavoerders die aanzetten tot haat, discriminatie of geweld kunnen vervolgd worden door de antidiscriminatiewetgeving. Jammer genoeg gebeurt dat vandaag veel te weinig, zo schetste Unia-directeur Patrick Charlier in de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart. Het tussentijdse rapport van de commissie is nu beschikbaar.