Nood aan betere bestrijding van antisemitisme in België

25 januari 2024
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing

In een nieuw rapport benadrukt Unia de bijzonderheid van antisemitisme in vergelijking met andere raciale criteria. Ze doet dat op basis van de door haar tussen 2018 en 2022 behandelde dossiers. In een aparte bijlage die inzoomt op de meldingen sinds de dramatische gebeurtenissen van 7 oktober 2023 en het Israëlisch-Palestijns conflict, registreert Unia een aanzienlijke toename van antisemitische meldingen. 

Meer strafrechterlijke dossiers   

Unia stelt in de behandelde antisemitismedossiers van de afgelopen 5 jaar vast dat 85% ervan haatboodschappen zijn, 10% haatmisdrijven en 5% discriminatiedossiers. Dit laatste percentage wijkt af van het totale aantal behandelde discriminatiedossiers door Unia, dat jaarlijks tussen de 65% en 70% ligt. Bij de haatboodschappen gaat het in 20% van de dossiers over de ontkenning van de Holocaust.  

Dit fenomeen verdient bijzondere aandacht, omdat haatzaaiende uitlatingen kunnen ontaarden en leiden tot gewelddaden, zoals recente gebeurtenissen helaas hebben aangetoond: er zijn verschillende haatdragende beschadigingen gepleegd (hakenkruizen op gebouwen, grafschennis van Joodse graven, enz.) en er werden zelfs mensen fysiek aangevallen.   

Bovendien vonden iets meer dan de helft van de zaken die Unia behandelt plaats in het Vlaams Gewest. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de aanwezigheid van een grote Joodse gemeenschap in Antwerpen. 

Toename aantal meldingen sinds het uitbreken van de oorlog tussen Israël en Hamas 

Gezien de huidige context, besloot Unia om een apart begeleidend document bij haar rapport te schrijven, waarin de impact van het conflict op de meldingen wordt geanalyseerd. In de 2 maanden tussen 7 oktober 2023 en 7 december 2023 werden 91 meldingen geregistreerd, waarvan 66 expliciet verwezen naar Joodse afstamming. Ter vergelijking: vorig jaar opende Unia gemiddeld 4 à 5 meldingen per maand. 

Het gaat met name om haatberichten, waarvan de helft online, maar ook uitlatingen in het openbaar. In 9 gevallen had Unia ook contact met het parket en de politie voor agressies en beschadigingen. 

Het conflict heeft geen impact op de aard van de daden, maar verhoogt wel de intensiteit ervan. De studie uit 2010 over de impact van het conflict in de Gaza-strook in 2008-2009 kwam tot dezelfde conclusie. 

Bestraffen wanneer het strafbaar is  

Zelfs als bepaalde uitspraken niet in strijd zijn met de wet, kunnen ze in de categorie vallen van boodschappen op de grens tussen een mening en haatspraak. Dat blijkt uit een studie uit 2019 in opdracht van Unia die werd uitgevoerd door de VUB en UCLouvain.  

"Bepaalde situaties kunnen als onrechtvaardig worden ervaren of bepaalde feiten kunnen als antisemitisch worden beschouwd vanuit sociologisch, psychologisch, antropologisch, economisch of sociaalhistorisch oogpunt zonder dat dit noodzakelijkerwijs een schending van de antidiscriminatiewetgeving vormt. Unia vindt dat het altijd nodig is om te reageren, of dat nu gebeurt door morele veroordeling, verbale sancties of disciplinaire maatregelen", legt Els Keytsman van Unia uit.  

"Polariserende boodschappen kunnen in de Joodse gemeenschap verdriet, woede, gevoelens van onveiligheid en angst veroorzaken. We mogen dit fenomeen niet onderschatten. Meer empathie hiervoor is nodig", vervolgt Els Keytsman. 

Rechtspraak voor antisemitische misdrijven 

Unia is tevreden over de juridische veroordelingen van antisemitische misdrijven die de voorbije 5 jaar werden uitgesproken in een vijftiental zaken waarin het optrad als burgerlijke partij. Of het nu ging om de verspreiding van nazisymbolen, antisemitische boodschappen of memes op sociale netwerken, antisemitische liederen, verheerlijking van de nazi-ideologie of een Hitlergroet. 

We mogen ook niet vergeten dat in 2019 de Brusselse assisenjury de antisemitische aard van de aanslag op het Joods museum van 24 mei 2014 heeft erkend. 

Aanbevelingen en actieplan 

Unia onderschrijft de strijd tegen antisemitisme volledig en beschouwt het als een prioriteit. Zowel de behandeling van de dossiers als de strategische aanpak kunnen echter nog worden verbeterd.  

In haar rapport antisemitisme doet Unia 10 aanbevelingen en benadrukt het belang van blijvende investeringen in het nieuwe Interfederale coördinatiemechanisme ter bestrijding van antisemitisme, dat op 15 januari 2024 voor het eerst bijeenkwam. Het is ook noodzakelijk om de registratie en rapportage van antisemitische incidenten door de politie en openbare aanklagers te verbeteren. Antisemitisme moet ook worden geïntegreerd in antiracisme-actieplannen en leerplannen op scholen. Unia beveelt ook een diepgaand onderzoek aan naar de noodzakelijke preventieve en repressieve maatregelen tegen antisemitisme, net als gespecialiseerde ondersteuning en begeleiding voor slachtoffers van antisemitische misdrijven.