Jonatas en Tim getuigen: “Uiteindelijk was elke inspanning die we deden, de moeite waard”

17 mei 2021
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

Toen Jonatas en Tim het slachtoffer werden van homofoob geweld, besloten ze om onmiddellijk actie te ondernemen. Ze riepen de hulp in van de politie en van Unia: twee jaar na hun aangifte werden de daders veroordeeld door de rechtbank. We laten Jonatas en Tim hier zelf aan het woord.   

“Op 8 september 2018 gingen we met een paar vrienden naar de kebabzaak ‘Het Hoekske’ in Leuven. Na het eten werden we benaderd door de twee medewerkers van de zaak, die zeiden dat één van ons ‘er wel heel ‘gay’ uitzag’. We vroegen hen waarom ze deze opmerking maakten en voegden eraan toe dat we verloofd zijn. Onmiddellijk nadat we dit gezegd hadden, begonnen de medewerkers ons fysiek en verbaal aan te vallen voor de deur van hun kebabzaak. We werden meerdere keren geslagen en geschopt, wat resulteerde in een hersenschudding voor één van ons. We besloten een aangifte te doen en werden hierbij ondersteund door Unia. Op 10 maart 2021 ontvingen we het vonnis van de rechtszaak die hieruit volgde. Daarin werd duidelijk erkend dat het geweld van de daders een haatmisdrijf was - gevolgd door een gepaste bestraffing.” 

Niet de eerste keer 

“Het komt wel vaker voor dat we geconfronteerd worden met homofobe microagressie in ons dagelijks leven - of het nu verbaal is of via 'blikken'. Net als veel andere minderheden leren we hiermee omgaan en deze momenten niet teveel aandacht te geven om met waardigheid door het leven te kunnen gaan. Maar dit was anders.”  

“Het zou schokkend moeten zijn om gehaat te worden op basis van je seksuele oriëntatie.” 

“Het is niet de eerste keer dat één van ons fysiek wordt aangevallen op basis van zijn seksuele geaardheid. De eerste keer dat dit gebeurde, ondernam de politie geen actie en werden de daders niet gestraft. Toen het deze keer opnieuw gebeurde, voelde het helaas, voor één van ons, niet als een verrassing. Dit zou geen normale reactie mogen zijn. Het zou schokkend moeten zijn om gehaat te worden op basis van je seksuele oriëntatie. Wat ons is overkomen, heeft een mentale impact gehad en beïnvloedt de manier waarop we ons in het openbaar gedragen. Tot op dit moment is het voor ons nog steeds een opgave om ons als koppel opnieuw te acclimatiseren aan de publieke sfeer. Gelukkig zijn in ons geval de fysieke letsels verdwenen - maar het proces om mentaal te herstellen van zo’n aanval kost tijd en moeite.” 

Advies van vrienden en familie 

“We twijfelden er nooit aan dat homofobie de aanleiding was van de agressie. Hoewel we mentaal onder de indruk waren van wat er gebeurde, besloten we om onmiddellijk actie te ondernemen door de politie te bellen en onze vrienden en familie om advies te vragen. Op dat moment hoorden we van onze familie dat er een organisatie bestaat in België die er is om kwetsbare minderheden te helpen als ze het slachtoffer worden van enig welke vorm van discriminatie. Unia is een enorme hulp geweest in onze zoektocht naar gerechtigheid. Het was iets meer dan twee jaar nadat we een aangifte deden bij de politie, dat we een vonnis kregen van de rechtbank. Het was een proces van doorzetten, waarbij we soms moesten ingaan tegen de drang om ons net te gaan verstoppen, maar uiteindelijk was elke inspanning die we deden de moeite waard.” 

“Unia is een enorme hulp geweest in onze zoektocht naar gerechtigheid.” 

Onze stem werd gehoord 

“Ondanks het wachten, hebben we nu, na het horen van de uitspraak van de rechtbank, het gevoel dat onze stem gehoord werd, dat gerechtigheid gediend werd en dat onze plaats in de samenleving gevalideerd werd. Nu kunnen we dit achter ons laten." 

“We zouden anderen willen aanmoedigen om op te komen voor zichzelf en hun legitimiteit als individu, ongeacht hun etniciteit, seksuele geaardheid, afkomst, religieuze overtuiging of gender.” 

"We begrijpen volledig dat het voor slachtoffers van discriminatie moeilijk kan zijn om te spreken over het onrecht dat hen werd aangedaan, uit angst, schaamte of het gevoel niet ernstig genomen te worden. Tegelijkertijd geloven wij ook dat verbale of fysieke agressie nooit een gerechtvaardigd middel is om conflicten op te lossen. We zouden anderen, die vergelijkbare omstandigheden meemaken of meegemaakt hebben, willen aanmoedigen om te overwegen om op te komen voor henzelf en hun legitimiteit als individu, ongeacht hun etniciteit, seksuele geaardheid, afkomst, religieuze overtuiging of gender. We hopen dan ook dat ons verhaal kan aantonen dat het weldegelijk mogelijk is om daders wettelijk aansprakelijk te stellen voor haatmisdrijven.”