Aanbevelingen voor gezondheid en toegang tot sociale diensten voor de verkiezingen van 2024

14 juni 2023
Discriminatiegrond: Alle gronden

Voor de thema’s gezondheidszorg en toegang tot sociale diensten is er nog veel werk op het vlak van antidiscriminatie en inclusie. Denk bijvoorbeeld aan inclusieve gezondheidszorg of aan de hervormingen in de woonzorgcentra die nodig zijn. Unia verzamelde naar aanleiding van de verkiezingen in 2024 aanbevelingen voor beleidsmakers en middenveld. Tijdens de volgende legislatuur hopen we zo belangrijke stappen vooruit te kunnen zetten.

1. Zorg voor inclusieve gezondheidszorg, opleiding van zorgverleners en organisatie van zorg en ondersteuning voor de
kwetsbaarste patiënten

Verschillende studies hebben ongelijkheden in behandeling bestudeerd en wijzen op problemen bij de toegang tot zorg of op het feit dat de kwetsbaarste groepen geen beroep doen op zorg. Ze halen hiervoor de volgende factoren aan: taalbarrières en analfabetisme; digitale kloof; onvoldoende inkomen waardoor ze zorg uit- of afstellen; onvoldoende kennis van rechten (waaronder de plicht tot redelijke aanpassingen voor personen met een handicap); stigmatisering en discriminatie en gebrek aan begrip bij zorgverleners voor de bijzondere situaties en behoeften van verschillende groepen (LGBTI+-personen, personen met een handicap, mensen die in armoede leven, verschillende migratietrajecten enz.).

Unia raadt aan om deze problemen aan te pakken door belemmeringen weg te nemen die verband houden met het niet-beheersen van de landstalen en analfabetisme, door met fysieke communicatiekanalen digitale problemen te voorkomen, door zorgverleners op te leiden om rekening te houden met de specifieke behoeften van verschillende groepen.

Implementatie van transculturele vaardigheden in de initiële opleiding van professionals in de gezondheidszorg
Studierapport met aanbevelingen: betere toegankelijkheid ziekenhuizen voor dove en slechthorende personen (unia.be)

2. Zorg ervoor dat zorgverleners de waardering krijgen die ze verdienen

De COVID-19-pandemie maakte duidelijk hoe belangrijk zorgverlening is (traditioneel een sector waarin veel vrouwen, maar ook mensen uit achtergestelde etnische en raciale groepen actief zijn). Het gebrek aan waardering en de zwaarte van het werk leiden tot een tekort aan (bekwame en opgeleide) professionals in de sectoren gezondheidszorg en opvang van ouderen en/of personen met een handicap. Dit alles heeft een negatieve impact op de zorg die aan ouderen, zieken en personen met een handicap wordt verstrekt. Bovendien dreigt de systemische discriminatie in deze sectoren door spanningen en chronische stress toe te nemen door gebrek aan tijd, aandacht of preventie.

Unia roept de overheid daarom op om zorgberoepen beter te waarderen en om ze te professionaliseren. Er is dringend nood aan meer erkenning voor de competenties (door een herziening van de functiebeschrijvingen) en de maatschappelijke bijdrage die zorgverleners leveren. Dit kan onder meer door een behoorlijke verloning.

Ook moet bij de berekening van het bbp rekening worden gehouden met de economische waarde van de zorgactiviteiten. Dit is nu niet het geval, hoewel ze in belangrijke mate bijdragen tot de verrijking van het land en het welzijn van de gemeenschap. Unia ontvangt van hulpverleners uit deze sector regelmatig meldingen over racistische opmerkingen, agressie en zelfs intimidatie door gebruikers/bewoners.

3. Bestrijd racisme in de sector van bijstand aan personen

Unia ontvangt regelmatig meldingen van hulpverleners uit deze sector over racistische opmerkingen, agressie en zelfs intimidatie door gebruikers/bewoners. Hoewel het meestal gaat om kwetsbare ouderen of ouderen met een handicap die zich hieraan bezondigen, kan dit niet worden getolereerd. Sommige mensen in woonzorgcentra weigeren bovendien verzorgd te worden door vrouwen of mannen van kleur of door vrouwen die een hoofddoek dragen, waardoor deze werknemers hun taken niet kunnen uitvoeren en worden gediscrimineerd op de werkplek. Vrouwen die thuiszorg verlenen, voelen zich vaak ook machteloos.

Unia raadt de bevoegde autoriteiten aan om het gebruik van reglementen of een charter aan te moedigen waarin de rechten en plichten van zorgverleners en -ontvangers zijn vastgelegd om racistische uitlatingen en discriminerend gedrag te bestrijden. Daarnaast moet er binnen de bijstandsen zorgorganisaties ook een contactpunt worden ingericht, waar werknemers terechtkunnen als ze geconfronteerd werden met racistische uitlatingen en gedragingen en moet er werk worden gemaakt van toezicht door externe professionals.

4. Zet de hervormingen in de sector van de woonzorgcentra voort

Uit de getuigenissen die Unia verzamelde en analyseerde in het kader van haar onderzoek naar de impact van de in 2021 genomen COVID-19-maatregelen bleek dat die een ernstige en terugkerende negatieve impact hadden op de kwaliteit van de zorg, op de waardigheid en op de grondrechten van personen in woonzorgcentra. De familieleden van de bewoners en de verplegers klaagden ook de onderbezetting, de moeilijke werkomstandigheden (werkritme, groot verloop, gevoel van onveiligheid), het verlies van referentiepunten en de ontmenselijking van de relaties aan, vooral bij gedesoriënteerde bewoners. Het personeel wordt zo gedwongen om mee te werken aan een vorm van institutioneel misbruik.

Om dit tegen te gaan, raadt Unia de overheden aan om maatregelen te nemen:

  • Om een betere kwaliteit van dienstverlening te garanderen en een echte woonomgeving te creëren.
  • Om de inspectiediensten uit te breiden.
  • Om het recht op inspraak en besluitvorming voor de bewoners te garanderen.
  • Om sociale banden aan te knopen buiten de muren van het woonzorgcentrum.
  • Om ruimte te maken voor de begeleiding van zorgverleners.

De impact van COVID-19-maatregelen op mensenrechten in woonzorgcentra: een kwalitatief onderzoek (unia.be)

5. Garandeer de eerbiediging van het recht op zelfstandig wonen, beschermd door artikel 19 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

Het Waals en Brussels Gewest blijven vasthouden aan een logica van subsidiëring van collectieve diensten. Het geld gaat vooral naar dagopvang en huisvesting ten koste van inclusie-ondersteunende diensten. De persoonlijke assistentiebudgetten (PAB) vormen een systeem van individuele dienstverlening dat afwijkt van deze collectieve logica. Ze worden echter amper toegekend. Als antwoord op de uitdagingen van de de-institutionalisering heeft Wallonië een Waalse strategie voor geïntegreerde levenstrajecten goedgekeurd. Unia roept op tot versterking van steunregelingen voor zelfstandig wonen, zoals de persoonlijke assistentiebudgetten en hulp in het dagelijkse leven.

In Wallonië pleit Unia voor een continue en gecoördineerde evaluatie van de Waalse strategie voor geïntegreerde levenstrajecten, samen met het maatschappelijk middenveld.

In Brussel vraagt Unia om een de-institutionaliseringsplan uit te werken, naar het voorbeeld van het Waalse initiatief. Dit plan moet intraregionale coördinatie omvatten om alternatieven voor het institutionele leven te ontwikkelen en de overgang naar gemeenschapszorg te waarborgen.

6. Breid de toegang tot materiële steun uit voor personen met een erkende handicap na de leeftijd van 65 jaar

Individuele integratiesteun, gedefinieerd als elke financiële tegemoetkoming in de kosten van bepaalde materiële, menselijke of dierlijke hulpmiddelen die nodig zijn voor de integratie van de persoon met een handicap, is zonder meer een instrument om de grondrechten van personen met een handicap te realiseren en dan vooral hun recht op zelfstandig wonen en het recht om deel uit te maken van de maatschappij. Volgens de gewestelijke en gemeenschapsregelgeving komen personen met een handicap voor deze steun in aanmerking als hun handicap door het gewestelijk of agentschap van de Gemeenschap voor de leeftijd van 65 jaar is erkend. Elke leeftijdsgrens voor de toegang tot deze steun leidt echter tot directe discriminatie van een bijzonder kwetsbaar publiek, dat de criteria van ouderdom, handicap en zelfs bestaansonzekerheid combineert.

Unia roept de overheid op om een einde te maken aan deze discriminatie en om bij het toekennen van materiële steun af te stappen van elk leeftijdscriterium dat gelinkt is aan het moment waarop de handicap werd erkend. Zo kunnen alle personen met een handicap aanspraak maken op steun die de effectiviteit van hun grondrechten waarborgt.

Tegemoetkomingen personen met een handicap niet-discriminerend maken (unia.be)

7. Schaf het intelligentiequotiëntcriterium voor vergoeding van ambulante logopediesessies door de verplichte
ziekteverzekering af

In de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen in het kader van de verplichte ziekte- en ongevallenverzekering worden kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en een intelligentiequotiënt van minder dan 86 uitgesloten van de vergoeding van logopedische diensten. Deze uitsluiting is discriminerend en de drempel van 86 lijkt willekeurig te zijn vastgesteld. Het is immers net de toegang tot taal en communicatie die IQ-testscores bevordert. Zowel in het kader van de multidisciplinaire zorg als in het buitengewoon onderwijs duiken te veel problemen op die verhinderen dat de logopediesessies voldoende doeltreffend en doelmatig zijn.

Unia roept de minister van Volksgezondheid op om de nomenclatuur te herzien, zodat àlle kinderen zonder onderscheid volgens hun IQ toegang tot de verplichte verzekering hebben.

Aanbeveling over kosten logopedie (unia.be) | FR

8. Voorzie in een hedendaags en uniform systeem voor de tegemoetkomingen en uitkeringen voor personen met een
handicap

De financiële ondersteuning van personen met een handicap is divers en versnipperd. Het gaat dan vooral om de inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en de integratietegemoetkoming (IT), of om de invaliditeitsuitkering van de ziekenfondsen. De IVT ligt bovendien nog steeds onder de armoedegrens en belet zo een gelijkwaardige maatschappelijke participatie.

Unia vraagt om een uniform systeem van tegemoetkomingen te voorzien dat compatibel is met hedendaagse normen en denkbeelden. Het tijdstip of de oorsprong van het verwerven van een langdurige beperking zou geen verschil mogen maken ten aanzien van de sociale dekking en/of bijstand.

Daarnaast denkt Unia aan het gericht bijsturen van de financiële impact van samenwonen, tewerkstelling of het verlies daarvan op de IVT/IT met het oog op het stimuleren van een zo zelfstandig mogelijk leven. Wijzigingen moeten op een eenvoudige manier gesimuleerd kunnen worden. Unia dringt ook aan op het maximaal invoeren van automatische rechtentoekenning.