Aanbevelingen voor gelijkheid, bestrijding van discriminatie en mensenrechten voor de verkiezingen van 2024

Unia bundelde de belangrijkste aanbevelingen op het vlak van gelijkheid, bestrijding van discriminatie en mensenrechten voor de verkiezingen in 2024. Zo hopen we een impact te hebben op beleidsmakers in de volgende legislatuur. 

1. Werk een interfederaal actieplan tegen racisme uit

Het engagement van België om een interfederaal actieplan tegen racisme te ontwikkelen dateert van 2001, toen de Wereldconferentie ter bestrijding van racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante onverdraagzaamheid plaats vond (Durban I). Ook de jaarverslagen van Unia tonen de grote nood aan een interfederaal actieplan. Veel burgers worden nog steeds regelmatig gediscrimineerd op basis van raciale criteria. Tijdens de vorige legislatuur namen verschillende regeringen voor hun eigen bevoegdheden een actieplan tegen racisme aan, maar tot een geheel kwam het helaas nooit.

Unia vraagt de volgende federale, gewestelijke en gemeenschapsregeringen samen een ambitieus en breed gedragen interfederaal actieplan tegen racisme, raciale discriminatie, vreemdelingenhaat en onverdraagzaamheid te ontwikkelen. Het proces is even belangrijk als het resultaat. Daarom moeten alle relevante actoren betrokken worden: overheden, sociale partners, het maatschappelijk middenveld, gerechtelijke actoren, academici enz. Om zo’n plan doeltreffend te maken is overleg met het middenveld nodig, in het bijzonder met de organisaties die de belangen behartigen van slachtoffers van racisme.

2. Toon meer ambitie met de interfederale Romastrategie

In juni 2022 diende België zijn nationale Romastrategie 2020-2030 in. Het valt Unia op dat er weinig nieuw beleid in die strategie opgenomen is, ondanks de evaluatie en aanbevelingen van het Nationaal Romaplatform op het einde van de vorige bestuursperiode (2017). Unia merkt ook op dat bij bijna alle acties in de strategie een budget en indicatoren ontbreken.

Unia roept daarom alle regeringen op om meer ambitie te tonen:

  • Gebruik de tweejaarlijkse rapportage om acties aan de hand van concrete indicatoren te monitoren zodat de algemeen geformuleerde acties aan duidelijkheid winnen.
  • Vergroot de participatie van Roma en Woonwagenbewoners bij de opvolging en evaluatie van het plan en onderzoek de mogelijkheid en voorwaarden om een nationale vertegenwoordiging van Roma en Woonwagenbewoners te realiseren.
  • Zorg voor kennisdeling en -overdracht door tweejaarlijks een overleg te organiseren voor alle beleidsniveaus (inclusief lokale besturen) gelinkt aan de verplichte evaluatie en betrek hierbij ook vertegenwoordigers van Roma en Woonwagenbewoners.
  • Neem het initiatief om op de internationale Romadag (8 april) de positieve bijdrage van Roma aan onze samenleving onder de aandacht te brengen om zo negatieve stereotypen te doorbreken.

Belgisch Nationaal Romaplatform

3. Werk actieplannen handicap uit en monitor ze

Tijdens de vorige legislatuur hebben de federale regering en de deelstaten verschillende actieplannen over handicap en handistreaming uitgewerkt. Voorts werd de interministeriële conferentie handicap nieuw leven ingeblazen, onder meer om een interfederale strategie handicap 2022-2030 uit te werken. Unia verwelkomt deze verschillende initiatieven die tegemoetkomen aan de slotopmerkingen die het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap in 2014 aan België richtte.

Unia raadt de verschillende overheden aan om het begonnen werk voort te zetten en nieuwe actieplannen handicap voor de legislatuur 2024-2029 goed te keuren. Verder moeten de werkzaamheden van de interministeriële conferentie handicap worden voortgezet en moet de interfederale strategie handicap 2022-2030 uitgevoerd en gemonitord worden.

4. Maak werk van een nieuw interfederaal actieplan om discriminatie van en geweld tegen LGBTI+-personen te
bestrijden

De afgelopen jaren hebben de federale staat en de meeste gewesten en gemeenschappen in het land hun eigen plannen ter bestrijding van discriminatie van en geweld tegen LGBTI+-personen goedgekeurd.

Om echt doeltreffend te zijn, beveelt Unia echter aan dat de verschillende deelstaten overleg plegen en samenwerken om een nieuw interfederaal actieplan tegen discriminatie van en geweld tegen LGBTI+-personen uit te werken. Hierbij moet worden voortgebouwd op de evaluatie van het vorige interfederale plan, dat in 2019 afliep, en op de plannen die op de verschillende bestuursniveaus reeds van kracht zijn. De uitwerking van dit nieuwe gezamenlijke plan moet uiteraard gebeuren in overleg met de op dit gebied actieve LGBTI+-verenigingen en de organisaties die discriminatie bestrijden.

Unia vraagt ook bijzondere aandacht voor het acute probleem van fysiek geweld tegen LGBTI+- personen, zowel in als buiten de openbare ruimte. Uit diverse recente onderzoeken en de meldingen die we ontvingen, blijkt dat er dringend actie moet worden ondernomen.

A long way to go for LGBTI equality (europa.eu)
Genoeg – enough – assez (vlaanderen.be)

5. Keur de Europese ontwerpverordening artificiële intelligentie (AI Act) goed en richt een toezichthoudend orgaan op

AI (artificiële intelligentie) is in alle geledingen van onze samenleving aanwezig en heeft toegang tot de meest intieme aspecten van het leven van burgers: gezondheid, vrije tijd, werk, handel, politie, justitie, onderwijs enz. Hoewel AI nuttige toepassingen kan hebben, kan het ook een bron van discriminatie, uitsluiting en problematische profileringssituaties zijn. Recente gebeurtenissen hebben ook aangetoond dat de door AI gebruikte algoritmen een reëel gevaar kunnen vormen voor de democratie en kunnen bijdragen tot de polarisatie van de samenleving. De overheid en de betrokken partijen zijn allebei verplicht om burgers te beschermen tegen de potentieel gevaarlijke en/of discriminerende gevolgen van AI.

Unia beveelt de snelle goedkeuring aan van een Europese verordening over het gebruik van AI en de oprichting van een toezichthoudend orgaan dat ervoor moet zorgen dat het gebruik van AI transparant en gecontroleerd is en strookt met de mensenrechten.

Unia beveelt de Belgische autoriteiten aan om:

  • Een register aan te leggen van het gebruik van artificiële intelligentie door overheidsinstanties. Dit register bevat een beschrijving van de AI in kwestie en van de manier waarop die door overheidsinstanties gebruikt wordt. Het bevat ook informatie over het leervermogen van de AI en over de datasets die gebruikt werden om de AI te trainen.
  • Individuen systematisch op de hoogte te brengen wanneer overheidsinstanties gebruik maken van AI om het besluitvormingsproces voor individuele beslissingen te ondersteunen. Dit vergroot de transparantie en stelt burgers in staat om extra menselijk toezicht te vragen.
  • De gelijkheidsorganen te steunen en ervoor te zorgen dat zij over adequate en zinvolle bevoegdheden en middelen beschikken om de nieuwe uitdagingen van AI aan te pakken. Geautomatiseerde mensenrechtenschendingen vergroten immers de zwakke punten van de discriminatiewetgeving.
  • Een goede samenwerking en bevoegdheidsverdeling te voorzien tussen de AI-regulator, gelijkheidsorganen en mensenrechteninstellingen. Samenwerking tussen de betrokken handhavingsinstanties zal immers van vitaal belang zijn om een doeltreffende rechtsbescherming te waarborgen.

6. Ontwikkel een gecoördineerd en structureel gegevensbeleid over (on)gelijkheid en discriminatie in België

Uit het rapport van het project ‘Improving Equality Data Collection in Belgium’ (IEDCB) blijkt dat er nog steeds grote versnippering en lacunes zijn in het Belgische equality-datalandschap. Een structureel beleid moet inzetten op een beter gebruik en ontwikkeling van kwaliteitsvolle equality data.

Unia beveelt aan om:

  • De groepen die risico lopen om gediscrimineerd te worden, te laten participeren in het proces van gegevensverzameling en -verwerking.
  • Gepaste en diverse methoden te gebruiken bij de verzameling van equality data, liefst vanuit een intersectioneel perspectief. Bovendien is er nood aan meer discriminatietesten in verschillende domeinen en voor verschillende steden en regio’s.
  • Bestaande equality data te gebruiken om beleid uit te tekenen en (de impact ervan) te evalueren;
  • Voor de ‘data hub’, die is opgericht in het kader van het project IEDCB, de nodige middelen te voorzien zodat het uitgebreid kan worden naar andere discriminatiecriteria en up-to-date gehouden kan worden.
  • Een overlegorgaan te creëren waar de verschillende actoren die werken met equality data elkaar kunnen ontmoeten en in dat kader te zorgen voor voldoende duurzame middelen.
  • De wetgeving over bescherming van persoonsgegevens strikt na te leven. Een bredere sensibilisering over het juridische kader en de voorwaarden is noodzakelijk. Voor dit debat moeten met name de voor- en nadelen in vraag worden gesteld van artikel 24 quinquies van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek en moet het toepassingsgebied ervan worden verduidelijkt, in het licht van artikel 9 van de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming).


Rapport ‘Improving equality data collection in Belgium’ (unia.be)
Gegevens over (on)gelijkheid & discriminatie in België | Datahub Gelijkheidsgegevens (unia.be)

7. Bescherm LGBTI+-vluchtelingen door het personeel van opvangcentra beter vertrouwd te maken met seksuele oriëntatie en genderidentiteit

LGBTI+-organisaties stellen herhaalde gevallen van homohaat vast tegen LGBTI+-personen met een migratieachtergrond die in opvangcentra verblijven. België is een gastland voor LGBTI+-personen die omwille van hun seksuele oriëntatie en/of genderidentiteit hun land moeten ontvluchten. Tijdens hun verblijf in opvangcentra krijgen sommige van deze vluchtelingen echter nog steeds te maken met homofobe discriminatie en geweld.

Unia raadt de overheid en Fedasil aan om het personeel van opvangcentra beter op te leiden over seksuele oriëntatie en genderidentiteit, zodat zij LGBTI+-vluchtelingen zo goed mogelijk kunnen opvangen en beschermen en ze beter leren omgaan met relationele problemen en geweld die zich tussen de verschillende bewoners van deze centra kunnen voordoen.

8. Voer de algemene aanbevelingen uit die het VN-comité inzake de rechten van personen met een handicap tijdens de tweede evaluatie van België in 2024 zal formuleren en monitor

In het kader van de uitvoering van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap vindt in augustus 2024 een nieuwe evaluatie (de vorige evaluatie dateert van 2014) van België plaats door het VN-comité inzake de rechten van personen met een handicap. In 2019 heeft de Belgische overheid een rapport overgemaakt over de situatie en de vooruitgang die is geboekt op het vlak van de rechten van personen met een handicap in ons land. Unia bezorgde in 2021 een parallel rapport aan het comité over de vorige regeerperiode 2014-2019. De balans was niet positief. Unia merkt op dat tijdens deze regeerperiode wel degelijk vooruitgang is geboekt, maar betreurt dat er in sommige domeinen geen vooruitgang werd geboekt op het vlak van rechten. Naar aanleiding van deze nieuwe evaluatie zal Unia een bijgewerkte versie van zijn parallel rapport aan het comité bezorgen.

Unia roept de overheden op om alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen van deze tweede evaluatie snel worden doorgevoerd.

Evaluatie door het Comité voor de rechten van personen met een handicap (unia.be)
Parallelrapport voor het Comité voor de rechten van personen met een handicap (unia.be)

9. Zorg dat personen met een handicap actief deelnemen aan het politieke leven door te stemmen en zich verkiesbaar op te stellen

Bijzondere aandacht moet gaan naar mensen met een verstandelijke handicap of geestelijke gezondheidsproblemen. In de praktijk hebben zij nog lang geen stemrecht en de struikelblokken waarmee ze te maken krijgen, gaan verder dan mobiliteit en toegankelijkheid van stemlokalen. Het ontbreekt hen aan ondersteuning, toegankelijke informatie en een opgeleide en geïnformeerde entourage of ze worden onbekwaam geacht om te stemmen door vrederechters die hen in het kader van bewindvoering hun stemrecht kunnen ontnemen.

Als iedereen stemt, garandeert dit niet alleen de legitimiteit van overheidsinstanties. Het draagt ook bij tot het tot stand komen van een inclusieve samenleving, waarin iedereen voluit participeert.

Unia raadt de overheden het volgende aan:

  • Wijs vrederechters erop dat het stemrecht absoluut is voor alle personen met een handicap en dat ze in staat zijn om als volwaardige burgers te functioneren, eventueel door gebruik te maken van ondersteuning.
  • Zet alle politieke partijen en betrokken overheden aan om toegankelijke instrumenten te ontwikkelen om deze personen op het stemmen voor te bereiden (verkiezingsprogramma’s, informatie over politieke ideologieën, enz.). Wijzig de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking van en de controle op de verkiezingsuitgaven, zodat de openbare financiering van politieke partijen gekoppeld wordt aan de verplichting om alle informatie van politieke partijen toegankelijk te maken.
  • Overweeg om stembureaus te organiseren voor iedereen in de gemeente in leefgemeenschappen zoals woonzorgcentra of opvangcentra voor personen met een handicap.

Rapport: deelname van personen met een handicap aan verkiezingen (unia.be)

10. Pas principes van gendermainstreaming toe bij handistreaming en omgekeerd

Met de bijzondere situatie van vrouwen en meisjes wordt vaak geen rekening gehouden bij het uitwerken van maatregelen voor personen met een handicap. Bij het uitwerken van een gendergelijkheidsbeleid wordt dan weer geen rekening gehouden met specifieke behoeften van personen met een handicap. Vrouwen en meisjes met een handicap worden zo soms uitgesloten van maatregelen die de situatie van vrouwen en personen met een handicap moeten verbeteren.

Vanuit een intersectioneel perspectief pleit Unia voor een genderbenadering van het handicapbeleid en voor een benadering die rekening houdt met personen met een handicap bij het gendergelijkheidsbeleid.

11. Neem in crisistijden maatregelen die de mensenrechten eerbiedigen

Onze bevolking werd onlangs met verschillende crisissen geconfronteerd en wellicht zijn er nog meer op komst: een pandemie, klimaatrampen, energiebevoorradingsproblemen, problemen met voedselbevoorrading enz. In het regeerakkoord stond dat een interfederale en multidisciplinaire werkgroep de bestaande noodplannen zou evalueren en bijwerken. Tot op heden is dit niet gebeurd.

Unia wil dat lessen uit de COVID-19-gezondheidscrisis worden getrokken om beter in te spelen op crisissen en rekening te houden met alle kwetsbare groepen. Daarom raadt Unia aan om de checklist die het tijdens de pandemie opstelde, te gebruiken om het crisisbeleid te evalueren in het licht van de mensenrechten.

COVID-19: een test voor de mensenrechten - tweede rapport (unia.be)

12. Kies voor één minister die bevoegd is voor gelijkheid en diversiteit

Tot nu toe had de Brusselse regering een staatssecretaris voor gelijke kansen, geen minister. Bovendien hebben de Colleges van de Franse en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies (GGC) nooit officieel een minister/staatssecretaris voor Gelijke Kansen benoemd, wat het uitwerken van een gelijkheidsbeleid belemmert. Bovendien is de huidige staatssecretaris niet bevoegd voor het diversiteitsbeleid van het Brussels openbaar ambt.

Unia pleit ervoor dat de toekomstige Brusselse regering en de Colleges van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en de GGC een minister voor Gelijkheid en Diversiteit krijgen en geen staatssecretaris. Deze portefeuille wint zo aan belang en maakt duidelijk dat het Brusselse bestuur belang hecht aan meer gelijkheid. Unia pleit voor een minister van Gelijkheid die deze portefeuille zowel voor het BHG, de COCOF en de GGC beheert, wat voor een nieuw elan en een gemeenschappelijke impuls kan zorgen. Bovendien zou deze minister ook verantwoordelijk moeten zijn voor het diversiteitsbeleid van het Brussels openbaar ambt, om de huidige opsplitsing tussen de minister voor Openbaar Ambt en de staatssecretaris voor Gelijke Kansen te vermijden, wat niet erg doeltreffend is.

Unia raadt ook aan om dezelfde logica te hanteren in de Waalse regering en de Franse Gemeenschapsregering: één minister voor Gelijkheid en Diversiteit, die ook bevoegd is voor het diversiteitsbeleid van het openbaar ambt.

13. Kies voor één federale minister die bevoegd is voor gelijkheid

Tot nu toe heeft de federale regering een staatssecretaris voor gelijke kansen, geen minister. Die heeft niet alleen een minder belangrijke functie, maar is ook niet bevoegd voor het diversiteitsbeleid van het federale openbaar ambt.

Unia pleit ervoor dat de volgende federale regering een vicepremier krijgt die bevoegd is voor gelijke kansen, zodat deze bevoegdheid aan belang wint en de regering duidelijk maakt dat ze veel belang Gelijkheid, bestrijding van discriminatie hecht aan meer gelijkheid. Deze vicepremier zou ook verantwoordelijk moeten zijn voor het diversiteitsbeleid van het federale openbaar ambt, zodat een opsplitsing van deze bevoegdheden tussen de minister van Ambtenarenzaken en de staatssecretaris voor Gelijke Kansen wordt vermeden.