Verkiezingen 2024: memorandum

Voor de verkiezingen in juni 2024 formuleerde Unia 74 aanbevelingen. 6 prioriteiten uit dat volledige memorandum vinden wij cruciaal om gelijkheid te bevorderen en discriminatie te bestrijden. 

1. Voorkom dat digitalisering van diensten leidt tot discriminatie en het niet-uitoefenen van rechten

Veel van de kwetsbaarste mensen hebben moeite om via de digitale weg toegang te krijgen tot diensten van algemeen belang. Zij lopen dan ook het risico om gediscrimineerd te worden. De digitale revolutie ging de afgelopen jaren gepaard met het geleidelijk aan verdwijnen van fysieke dienstverlening, zoals aan de loketten. Unia vraagt daarom om de verschillende toegangsmogelijkheden, en dan vooral de fysieke toegang tot alle diensten van algemeen belang, zonder extra kosten en op gepaste tijdstippen wettelijk te garanderen, zodat geen enkele dienst alleen maar digitaal wordt aangeboden. Ook de toegankelijkheid en het gebruik van digitale tools moet worden verbeterd.   

2. IJver voor artificiële intelligentie met bescherming tegen discriminatie en van de mensenrechten

AI (artificiële intelligentie) is in alle geledingen van onze samenleving aanwezig en is doorgedrongen tot de meest intieme aspecten van het leven van burgers: gezondheid, vrije tijd, werk, handel, politie, justitie, onderwijs enz. De overheid en de betrokken partijen moeten burgers beschermen tegen de potentieel gevaarlijke en/of discriminerende gevolgen van AI. Daarom is de snelle goedkeuring van een Europese verordening over het gebruik van AI nu cruciaal, net als de oprichting van een toezichthoudend orgaan dat ervoor moet zorgen dat het gebruik van AI omkaderd, transparant en niet discriminerend verloopt en strookt met de mensenrechten. De gevaren voor de democratie en het risico op polarisatie kunnen zo vermeden worden.  

3. Voer een verplicht preventiebeleid inzake discriminatie op het werk in

Door een verplicht preventiebeleid inzake discriminatie op het werk via de antidiscriminatiewetten in te voeren, zullen ondernemingen risico’s op discriminatie in kaart kunnen brengen. Het is daarbij belangrijk om meldingsprocedures op ondernemingsniveau te voorzien, bij voorkeur door gebruik te maken van de bestaande procedures. De bestaande preventiediensten voor welzijn op het werk kunnen zo’n preventiebeleid ondersteunen. Ook voor de arbeidsinspectie is een belangrijke rol weggelegd: zij moet ook de bevoegdheid krijgen om te verbaliseren, of om problematische situaties te regulariseren als er bijkomende maatregelen in de onderneming worden genomen.  

4. Ontwikkel een beleid en praktijk van professioneel profileren bij de politie

Het discriminerende karakter van bepaalde selectiviteitspraktijken door de politie, zoals etnische profilering, doen in de ogen van de bevolking afbreuk aan de legitimiteit en de daadkracht van de politie. Ze leiden bovendien tot een zorgwekkende polarisering in de samenleving, waarbij bepaalde burgers of groepen zich niet (langer) herkennen in het optreden van de politie. Een beleid en een praktijk die professioneel profileren bij de politie op een structurele manier verankert, is daarom broodnodig.  Dat kan door gebruik te maken van transparantere en efficiëntere klachtenprocedures, zodat de rol van de ordediensten beter wordt gewettigd. Unia vraagt ook om te voorzien in meer opleiding over polarisatie en discriminatie.  

5. Maak werk van een inclusieve gezondheidszorg

Taalbarrières, de digitale kloof en uitstel van zorg door gebrek aan inkomen, leiden tot ongelijkheid in de zorgverlening voor kwetsbare groepen in onze samenleving. Door stigmatisering, discriminatie en gebrek aan begrip bij zorgverleners voor de bijzondere situaties en behoeften van verschillende groepen (LGBTI+-personen, personen met een handicap, mensen met een migratieachtergrond enz.) wordt hun situatie vaak nog moeilijker. Unia vraagt om werk te maken van een inclusieve zorg. Dat kan onder meer door aangepaste opleidingen voor zorgverleners, en door belemmeringen weg te nemen die verband houden met het niet-beheersen van de landstalen en analfabetisme

6. Pas het samenwerkingsakkoord van Unia aan

Het samenwerkingsakkoord waarbij Unia werd opgericht dateert van 2013. Evoluties in het Belgische mensenrechtenlandschap en de werkzaamheden aan richtlijnen voor gelijkheidsorganen op Europees niveau maken dat het akkoord nu aan een update toe is. Onder meer wat betreft de werking en samenstelling van de raad van bestuur en de bestendiging van tijdelijk toegekende middelen, wordt een aanpassing dringend. Daarnaast zijn bijkomende bevoegdheden nodig om de strijd tegen discriminatie met voldoende slagkracht te kunnen voeren. We denken dan bijvoorbeeld aan bijkomende onderzoeksbevoegdheden, betere toegang tot data bij overheden en private instellingen en een mechanisme om aanbevelingen op te volgen.